Na s.v. Ouwerkerk hebben ook DZC ‘09 en WIK’57 afscheid genomen van het voetballen in een klasse voor standaardelftallen. Zij sluiten een tijdperk af dat bij de ene vereniging wat langer was dan bij de andere. Het lijkt erop dat a.s.v. Brouwershaven binnenkort zal volgen. Daar gaan ze jammer genoeg dezelfde kant op als bij WIK. Alles verliezen en een negatief doelpuntensaldo van honderd en meer en steeds spelers tekort. Dat breekt elke club op den duur op.
Zijn s.v.Renesse, SKNWK en ZSC’62 de volgende ?
Renesse hobbelt al een tijd mee in de laagste klasse van het zondagvoetbal in het rechter rijtje. Hoe lang nog? ZSC heeft het geluk dat een goede spits is teruggekeerd en ook geluk dat enkele voetballiefhebbers de FC Westhoek hebben opgericht en draaiende houden en zo zorgen dat er junoirenvoetbal blijft in de Westhoek. ZSC kan wellicht uit die jeugdvijver jeugdspelers naar Scharendijke halen als ze senoir worden en inpassen. DFS verliest veel en ook belangrijke spelers. Spelers die het verschil konden maken. Kunnen ze dat opvangen? Ook kan de FC Westhoek hier misschien weer voorkomen dat de selectie verpieterd.
MZC’11 promoveerde niet. Gezien de potentie van die fusieclub zal dat wel snel gebeuren. Met zo’n ledenaanwas is de doorstroming geen probleem. Ook s.v. Duiveland promoveerde net niet. Het speelde wel hét seizoen in het bestaan van de club. Veel spelers van andere Schouwse clubs trokken dan ook naar Duiveland. Kan de nieuwe trainer daar in één seizoen een goed samenspelend geheel van maken? En komt er niet wat sleet op de gouden lichting, die nu dertigers zijn? Het zal moeilijk zijn het topseizoen te evenaren.
Bruse Boys sloot ook een tijdperk af. De velden liggen niet meer aan de Boomdijk, maar aan de Molenweg. Ze zijn verhuisd naar een gloednieuw modern en prachtig complex. Gerealiseerd door een bewondering opwekkende zelfwerkzaamheid! Bruse Boys beleefde een flets seizoen. Dat zijn we niet gewend van hun. Door het nieuwe voetbalcomplex moet er toch een stimulans,een boost ontstaan, die het weer een ouderwets Bru’s seizoen doet zijn.
Dan hebben we de club nog met de blauwzwarte clubkleuren. Die lieten promotie gemakkelijk schieten. Maar goed ook, want met deze kwaliteiten kan je in de derde klasse geen potten breken en als er dan ook nog negen spelers kwijt raakt, wordt het overleven. Er zijn nu wel A’s en B’s in samenwerking met s.v.Duiveland, maar wat zal daar van doorstromen? Er is een erg smalle selectie. Als er schorsingen volgen of een aantal blessures/ziek zijn of men moet werken, een studie volgen, of een vakantie opnemen dan is er niet veel kwaliteit, om niet te zeggen geen, achter de hand. Als er dan ook nog spelers zijn die de brui er aan geven net als vorig seizoen moeten de mid dertigers weer opdraven.
Ik verwacht een minder seizoen dan het vorige. De uitslagen van de oefenwedstrijden en bekerwedstrijden geven al een indicatie hoe het seizoen zal zijn: veel doelpunten tegen ( in 7 oefen/bekerwedstrijden 23 tegendoelpunten). Hoewel dit maar oefenwedstrijden of veredelde oefenwedstrijden zijn en je dan van overal spelers moet sprokkelen toont dit hoe wankel de basis achterin is.
Ook SKNWK heeft een tijdvak afgesloten. Het zal niet meer als voorheen dan weer enkele seizoenen derde klasse en dan weer vierde klasse spelen. Vierde klasse blijft het voorlopig en zal het wel blijven.
Over het er de brui aan geven van spelers, die net komen kijken bij de senioren, nog dit. Ik doel dan op spelers van tussen het tijdvak van 16 en pakweg 21 jaar. Bij het uitreiken van de Zeeuwse voetbal awards werd Willy van der Kuylen, mister PSV, geïnterviewd. Van der Kuylen speelde 528 competitiewedstijden en scoorde daarin 311 doelpunten. Hij trainde o.a. de PSV topjeugd. Er werd hem gevraagd hoe hij erover dacht en handelde als hij merkte dat opvoeders zich met het spel van hun zoon (gingen) bemoeiden en z’n beleid. Van der Kuylen haalde een geval uit zijn loopbaan aan.
‘Ik merkte dat de vader van een aanvaller nadrukkelijk aanwezig was om z’n zoon aanwijzingen te geven. Als ik hem op rechts liet spelen stond pa rechts van het veld. Zette ik hem op links verhuisde vader snel naar links. Mijn speler ging minder presteren en ik hield hem op de bank. In een gesprek vroeg ik hem of hij wist waarom ik dit deed. De speler zei: “Om m’n vader”. Ik zei dat dat klopte en dat hij maar eens met z’n vader moest gaan praten om dat optreden van z’n vader te bespreken. Als hij er niet uitkwam met z’n vader zou ik er bij komen. Die vader had een negatieve invloed en dat tolereer ik niet. Hij had de keuze zich er niet meer mee te bemoeien of vertrekken. Zo’n speler moet z’n eigen identiteit kunnen ontwikkelen. Bovendien werkt zo’n storend element door in het team.’
Van der Kuylen en andere trainers hebben meer levenswijsheid, bovendien zijn ze gepokt en gemazeld in het voetbal, dan pubers of jong volwassenen. Goede trainers hebben veel kennis van zaken; veel kundigheid. Ze weten hoe iets gedaan moet worden en kunnen opgedane ervaringen gebruiken in de voetbalpraktijk. Ze hebben ook meer zelfkennis en meer zelfreflectie (het in de spiegel kijken)dan pubers. Kunnen omgaan met onzekerheden, accepteren dat de toekomst ongewis is. Ze kunnen daarmee omgaan, ze zijn emotioneel stabiel.
Pubers zijn impulsiever, zoeken grenzen op (roekeloos rijgedrag, alcohol, drugs, dance party’s) en zijn regelmatig strontvervelend. Ze zijn erg gevoelig voor beloningen en reageren vaak zo overdreven op dingen die lukken of juist mislukken. Het is allemaal bingo. Het is normaal dat ze tegen hun opvoeders/ouders ingaan. Dat is zelfs gezond: dat helpt bij het ontwikkelen van een eigen identiteit. In het tijdvak tussen onze 12de en 25ste jaar ondergaan onze hersenen een ingrijpende herstructurering, een soort upgrade de harde schijf, van het netwerk en van de bedrading. Door schade en schande leert hij/zij hoe de wereld in elkaar zit. Dat heeft tijd nodig.
Als we die pubertijd niet doormaakten zouden we misschien eerder slim zijn, maar ook wel een stuk dommer. We hadden bijvoorbeeld niet ervaren wat de gevolgen van roekeloos rijden kunnen zijn of hoe het is een blacklight danceparty mee te maken enz. Pubers die met zachte maar vastbesloten hand in de goede richting gestuurd worden en die zowel vrijheid als steun krijgen, doen het in hun latere leven verhoudingsgewijs goed.
Na dit wat moeilijke onderwerp nog iets luchtigs.
Langs de lijn hebben de wat oudere supporters het wel eens over allerlei alledaagse zaken. Ook over afsluiten van een tijdperk. In dit geval het stoppen met werken en/of AOW’er worden. Een kennis van mij heeft zijn werkend leven afgesloten deze zomer. Hij was automonteur. Als presentje gaf ik hem een boek met daarin foto’s van 500 overlevende klassiekers uit het tijvak: 1946 – 1977. Voor een monteur wel interessant toch? In een gedichtje had ik het over mooie (auto)modellen.
Over een sexy Simca, een Opel met een lekker kontje en een ruige Renault Alpine voor een ruige vakantie enz. Ik eindig dit gedichtje zo: Sommige van deze modellen gaf jij/ pas op dat je niet kleurt/ wel eens een grote beurt/ die tijd heb je nu gehad/ veel geluk en proficiat.
Samengevat zou je kunnen zeggen dat als je honderd jaar geleden op een zaterdagmiddag of zondagmiddag met een helikopter over het eiland was gevlogen zou je misschien wat fietsen schots en scheef in de berm bij een weiland zien liggen. Opgeschoten, enthousiaste, stronteigenwijze jongens waren daar tussen de koeiestront tegen een bal aan ’t trappen. Hun ouwe lui vonden dat nieuwe spel met die bal maar niks. Aan het Sas van Zierikzee ( ingang hofstede van de heer Koopman aan de Groenedijk) speelde Z.V.V. af en toe een oefenwedstrijd op zondagmiddag.
Vijftig jaar later zou je dan in elk dorp één of meerdere voetbalvelden en korfbalvelden zien met een clubgebouw, hier en daar lichtmasten en een parkeerplaatsje. Nu zie je in sommige dorpen een verlaten veld, ooit was daar het voetbal- of korfbalveld. In andere dorpen zie je meerdere velden met een vergroot of nieuw clubgebouw en een grote parkeerplek. In Zierikzee en Bruinisse moet je de voetbalwei op een andere plek zoeken en in Bru zie je ook een veld met nepgras.
Het voetbal op ’t eiland groeide en bloeide en verspreide zich in een tijdvak en is nu in een tijdvak van afname en concentratie op enkele dorpen.
Ook voor deze Londense spelers begint het seizoen weer. De Olympische spelen – op een steenworp afstand van hun velden- zijn afgelopen en deze mannen spelen hun zondagse wedstrijdje weer. Hun complex heet: The Hackney Marches en heeft 67! velden.
Jan de Jonge aug. 2012.