Over de voetbalknie

Soms is een persoonlijk iets aanleiding tot een onderwerp van ’n column. Begin maart heb ik een kijkoperatie ondergaan. Ik had al een half jaar een voetbalknie. Op 1 september 2011 tussen Koblenz en Düsseldorf op de Rijn varend (als vrijwilliger) voelde ik bij het hurken een felle pijnscheut aan de buitenkant van m’n rechter knie. Overeind komen was erg pijnlijk. Omdat ik twee jaar geleden dezelfde klacht had als nu wist ik dat het aannemelijk was dat m’n mensicus gescheurd was. Dat klopte, m’n buitenmensicus was kapot. Dat werd in oktober geconstateerd. Toen mocht ik tot 2 maart 2012 wachten eer men tijd voor mij had! Moet je eens profvoetballer zijn, dan overkomt je dat niet.

“FC Utrecht heeft ’t goed gedaan, hè? Jantje Groenendijk en Olsen, prima!” Het was maandagochtend en orthopeed dr. Strikwerda vroeg, nee, stelde vast, dat z’n club het goed gedaan had. Wij, toekomstige fysiotherapeuten, stonden wat onwennig in een operatiekamer in het St. Anthonius ziekenhuis in Utrecht. Binnen vijftien minuten opereerde hij al maar over voetbal pratend ondertussen een kapotte meniscus.

Je knie is de verbinding, het scharnier tussen je bovenbeen en je onderbeen. Nu is het uiteinde van je bovenbeen net het uiteinde van een soepkluif. Twee van die forse gladde knokkels. Het uiteinde van je onderbeen is een klein hobbelig plateau. Je zou het simpel zo kunnen zeggen : de rechtopstaande soepkluif rust met z’n knokkels op een bobbelig nat geweest bierviltje. Als die grote kluif gaat bewegen glijdt die zo van het viltje af.

Om dat te verhinderen zitten de kluif en het bierviltje in een stugge plastic zak. De twee uiteinden zitten ingekapseld (overigens dit kapsel hoeft nooit naar de kapper). Soms wordt die plastic zak te ver opgerekt, dan heb je een scheur in je plasticzak/kapsel (meestal in je knieholte).

In die plastic zak lopen ook nog twee spanbanden binnenin om het zaakje nog beter te verstevigen. Dat zijn je kruisbanden. Die lopen van schuin voor naar schuin achter en kruisen elkaar, vandaar de naam kruisbanden. Bij voetballers scheurt de voorste kruisband veelal, omdat die de meeste krachten te verwerken krijgt en die moet neutraliseren. De voorste kruisband moet het naar voren schuiven van je onderbeen voorkomen. Als de voorste band af is of gescheurd is heb je het schuiflade fenomeen. Je onderbeen kan als een lade een stukje naar voren geschoven worden t.o.v. je bovenbeen.


Van links naar rechts: 1. knieschijf; 2. pees van de 4 koppige kniestrekker; 3. bovenbeen en mediale/binnen meniscus; 4. laterale/buitenmeniscus; 5. daartussen een deel van je kruisbanden; 6. daaronder links je scheenbeen en rechts je kuitbeen ( zie je hoe dun en fragiel dat is).

Op het bobbelig bierviltje liggen twee sinaasappelpartjes met de hoge kant naar buiten bij de randen van het bierviltje. Het zijn je menisci. Eén aan de binnenkant en één aan de buitenkant. Deze partjes verdelen de druk van de soepkluif op het kraakbeen van je onderbeen. Als ze er niet lagen zou de druk op je onderbeen met 1000% toenemen. Dat zou je kraakbeen (ziet er net zo uit als de witte bal bij het biljartspel) het niet lang volhouden. Gezien de enorme krachten die op de menisci (de sinaasappelpartjes) inwerken bij belast buigen en draaien is het niet verwonderlijk dat de menisci het wel eens begeven en scheuren.

Bij voetbal loop je meestal schade op aan je binnenmeniscus, omdat die nog vastzit aan je binnenste spanbanden. Hij kan niet zo vrij bewegen als de buitenmeniscus. Hoewel ik nooit voetbal heb ik twee keer een kapot stukje sinaasappelpartje gehad aan de buitenkant van zowel mijn linker als rechter knie. Het voorste stukje van het sinaasappelpartje was helemaal kapot gedraaid. Het waren net stukjes gekookte vermicelli die je zag zweven, als in de soep, toen ik op de operatiekamer op de monitor meekeek. Of als de tentakels van een kwal, die in ’t water zweven.

Meestal scheurt je meniscus in een halve cirkel. De orthopeed noemt dat een buckethandle scheur, een scheur die net de vorm van het hengsel van een emmer heeft (zie figuur 2 b.:5). Naast deze vorm van scheur heb je nog de flapscheur(b.; 1 en 2), de meervoudige buckethandle, de spaakvormige scheur en horizontale scheuren.

Scheuren worden gehecht als ze voldoende doorbloed worden. Het leidt dan tot volledig herstel. Medici sparen tegenwoordig zoveel mogelijk weefsel bij een scheur in de meniscus en alleen het beschadigde weefsel weg te nemen als het niet gehecht kan worden. Voor dat hechten zijn ingenieuze technieken ontwikkeld. (outside in; inside out; inside met T fix). Ook oplosbare ‘spijkertjes’ (meniscus arrows) worden toegepast.

Kan ik nog voetballen na een kijkoperatie? Dat hangt af van de ernst van de meniscusbeschadiging en of er een voorgeschiedenis met knieklachten. Gebleken is dat als je meniscus helemaal weg is bij 53% van die sporters na 4 jaar toch weer klachten ontstaan. Je schokdemping is niet meer optimaal daar moet je rekening mee houden. Zo loop ik zelf geen 20 km meer hard, maar fiets, op de racefiets, nu meerdere keren per week 60 – 80 kilometer zonder klachten na twee kijkoperaties.


Krachttraining na de kijkoperatie.( Glenn Looven).

Nog even terug naar dr. Rien Strikwerda. Wij noemden hem Strik. Hij was een tijd lang clubarts van Go Ahead Eagles, via zijn vriend Joop Brand, die daar toen de grote meneer was. ’s Avonds hadden we praktijkcollege van hem. Hij was dan moe en als z’n club verloren had moest je dubbel oppassen. Tijdens het college las hij vaak met zijn voeten op tafel onderuitgezakt de krant. Met een pen prikte hij een flink gat in de krant, zodat hij de onderzoekend student kon zien. Als het onderzoek niet naar z’n zin was kon hij ongenadig zeggen: “In de krant lees ik net dat ze nog een koekenbakker zoeken, solliciteert u daar maar op. De volgende.” Met knikkende knieën droop je dan af.

Uw colunmist is ’t voorste stuk van z’n buitenmensici ook al kwijt. Dr. Roorda heeft dat gefikst. Roorda, een bekende naam in ’t voetbal dacht ik, misschien familie van de doelman Roorda of van die voormalige voetballer van Excelsior, nu Heerenveen? Voor de laatste kijkoperatie kon ik kiezen tussen hem en orthopeed dr. Jan. Zonder dollen, echt dokter Jan.

’t Werd Roorda, want misschien maakt die weer een interessante excursie door m’n knie net als de vorige keer. En inderdaad dat deed hij weer. Het is tenslotte een kijkoperatie. Hij ging met een soort geavanceerde nagelknipper met veel functies de slierten en raffels in m’n knie te lijf. Toen die allemaal weg waren keek hij nog even in de knie rond. Binnenmensicus is gaaf. Ik zag een soort platte hamburger liggen. Je kruisbanden zijn ook oké. O, die rode strengen die in de diepte weglopen. Kraakbeen is helemaal gaaf. Halve biljartballen waar je geen krasje op kon vinden , zag ik. Toen was hij na 15 minuten klaar. Ik kon klok kijken. En ik weet nu ook dat hij -dr. Roorda- van de songs van Johnny Cash houdt. Hoe? Tja.

De dag erop – de dag dat ’t eerste, ‘ t derde en ’t vierde van SKNWK door de knieën gingen- ben ik op een feest op Neeltje Jans geweest van de vrijwilligersorganisatie, die ook met een reusachtige boot op o.a. de Rijn vaart. M’n ongemak en pijn werden zo ruimschoots vergoed. Daar ervoer ik nogmaals de zangkwaliteiten van een voormalig SKNWK-trainer, die ook nog het draaiboek van het met zeemansliedjes stemmingmakende koor aan elkaar praatte.

Tot slot iets wat ook met knieën te maken heeft. Hij had van die ongelofelijke X-benen. Tot aan z’n knieën speelden zijn benen nog redelijk in ’t centrum, maar vanaf de knie zochten kuit en voeten de vleugels op. Er kon gemakkelijk een bal doorheen. En dat voor een keeper! Hoe bestond het dat je met zulke X-benen in het Nederlands elftal kon spelen? Gewoon omdat hij jaren de beste keeper van Nederland was. Eddy Pieters Graafland was dat van 1957 tot 1967 en stond 47 keer als keeper in ’t Nederlands Elftal met X-benen.

Uw, al weer honderden weggetrapte fietskilometers, columnist, Jan de Jonge, april 2012.