Er is meer dan alleen voetbal. Dat is de algemene teneur wanneer trainers op Schouwen-Duiveland wordt gevraagd wat de grootste verschillen zijn met het trainen van een club nu en pakweg tien à vijftien jaar geleden. De antwoorden maken deel uit van een onderzoekje onder spelers en trainers deed waarin hun mening werd gevraagd over een aantal voetbalzaken op Schouwen-Duiveland. De uitkomsten staan vrijdag 24 augustus in een voetbalbijlage van WereldRegio.
,,Spelers hebben veel meer te doen dan voetbal alleen”, reageert MZC’11-trainer Adriaan Nieuwenhuijse. ,,Voetbal is niet meer alles”, zegt Bruse Boys-coach Wim Nieuwland. ,,Ze hebben er minder voor over”, spreekt Duiveland-oefenmeeste Ko Stoutjesdijk. En Kriens (DFS) zegt: ,,Er is minder beleving bij spelers doordat ze kiezen om te werken en dat ze spelen met vrienden belangrijker vinden dan hun eigen prestatiedrang”.
Volgens Walter de Jonge, verantwoordelijk voor het eerste elftal bij Renesse, staat ook de ontwikkeling van materialen, kleding en schoeisel tegenwoordig centraal. ,,Alleen, je kan nog zulke degelijke materialen in je bezit hebben, het mentale aspect blijft toch heel cruciaal voor je eigen ontwikkeling en prestatie.” Voor Nieuwenhuijse is ook het vak trainen veranderd. ,,Er wordt steeds meer van een trainer gevraagd vooral op het gebied van management en psychologie.” Dan met glimlach: ,,Vijftien jaar geleden kon ik nog makkelijk mee als speler tijdens de training, maar dat wordt steeds moeilijker”.
Bram Kot (ZSC’62) constateert dat er minder binding met de club is. ,,Ze verlaten nu makkelijker een club dan toen.” Dat ziet Kriens ook. ,,Het jaarlijkse veranderen van vereniging is ook niet prettig voor vele clubs en alles wat hiermee te maken heeft.”
Voor alle bovengenoemde trainers is de (onkosten)vergoeding geen reden om het vak uit te oefenen. ,,Het is en blijft een betaalde hobby”, vindt Thomas de Ridder (SKNWK). ,,Als ik drie keer in de week de Zeelandbrug over moet met de gedachte ‘zo ik heb weer een paar euro verdiend’ duurt een seizoen lang en haal je er geen plezier uit. Voor mij is plezier belangrijker dan de vergoeding.”
De Jonge hierover: ,,Het mag niet de drijfveer zijn om van een club op lager niveau te trainer zijn. Het is mooi meegenomen maar bijzaak. Vooral wanneer je het hobbymatig uitvoert. Indien je op hoger niveau trainingen verzorgt en over ervaring van betekenis beschikt, mag het best beloond worden en vooral wanneer een trainer ook beschikt over passende papieren/diploma’s. De verwachtingen en prestaties zijn immers dan ook van een andere betekenis. Ook wanneer je buiten je woonplaats trainingen verzorgt, worden er wekelijks toch onkosten gemaakt. Dus wat kostendekkende vergoeding is dan wel fijn.”
Tot slot Nieuwenhuijse nog een keer: ,,Je gaat er wel naar leven, maar ik zou gerust één of twee seizoenen zonder club, dus zonder vergoeding, kunnen.”