Elke Zeeuwse regio zag dit seizoen een of meerdere clubs kampioen worden. Met Terneuzen, RIA W. en IJzendijke herbergt de regio Zeeuws-Vlaanderen dit seizoen de meeste kampioenen binnen de grenzen. De overige vier regio’s hadden allemaal één kampioen te bejubelen. In de herkansing zijn de Bevelanden echter het succesvolst.
Hoedekenskerke was dit seizoen de enige Bevelandse kampioen (vierde klasse A zaterdag), maar vier andere clubs presteerden het om via de nacompetitie te promoveren: Goes, Yerseke, ’s-Heer Arendskerke en Bevelanders. Op Zeeuws-Vlaanderen waren twee promovendi via de nacompetitie (Hulsterloo en Corn Boys) waardoor beide regio’s vijf clubs zagen klimmen.
Ook op Walcheren was er een groter aantal degradanten dan gemiddeld. De degradatie via de nacompetitie van De Noormannen en RCS bracht het totaal op vier. Negen van de veertien degradanten kwam dit seizoen dus uit Zeeuws-Vlaanderen of Walcheren. Dat is een percentage van 64 procent. Is dat veel?
Nee, dat is in verhouding niet veel. Een optelsommetje per regio van clubs die dit seizoen konden degraderen, vormt het bewijs. Zeeuws-Vlaanderen en Walcheren telden dit seizoen samen 33 clubs die konden degraderen (61 procent), voor de rest van Zeeland was dat 21. Met andere woorden: 61 procent kón degraderen, 64 procent dééd dat ook. Niet zo bijzonder dus.
Voor meer van deze leuke statistieken in het Zeeuwse Amateurvoetbal kunt u terecht op de volgende website: http://rudestats.wordpress.com:80/