Ons Eiland Schouwen-Duiveland
Door: Anneke Flikweert
NIEUWERKERK – “Eigenlijk zijn mijn verhalen helemaal niet streekgebonden,” zegt Jan de Jonge uit Nieuwerkerk. Hij bracht onlangs een boek uit over zijn belevenissen als fysiotherapeut.
Jan de Jonge met zijn verhalenbundel.
Foto Marieke Mandemaker
“Er zijn verhalen uit Duitsland en Japan en veel van de verhalen zijn ook universeel. Bijvoorbeeld het verhaal ‘Mist,’ over mensen die dement zijn.” Jan de Jonge kwam op het idee een boek te schrijven over zijn eigen ervaringen door een krant die hij op zijn werk zag liggen. Daarin stond een stuk over het boek Blootgeven, geschreven door Salo Muller, vanaf 1960 fysiotherapeut bij Ajax. Johan Cruyff, Sjaak Swart, maar ook bekende Nederlanders zoals Johnny Kraaijkamp en zelfs Prins Bernhard kwamen op Mullers massagetafel terecht. ‘Oh, dat is leuk!’ dacht De Jonge en allerlei bijzondere verhalen uit zijn eigen praktijk schoten door zijn hoofd. Voor zijn eigen verhalenbundel gebruikte Jan de Jonge gefingeerde namen, of hij laat iemand anders het verhaal vertellen. “Het is allemaal wel echt gebeurd. Ik krijg grappige reacties van mensen, zoals: ‘Ik wist niet dat er zóveel verschillende mensen zijn!’ Mensen hebben inderdaad zoveel verschillende achtergronden. Ik zeg weleens: ‘De mooiste parels zitten in een lelijke oester.’ Die mevrouw van in de tachtig die met een computercursus bezig blijkt te zijn bijvoorbeeld. En soms ken je de hele familie op den duur.”
Jan de Jonge werd in Goes geboren en groeide op Noord-Beveland op. Hij studeerde in Utrecht en werkte achtereenvolgens in Veenendaal, Zierikzee, Ridderkerk en Brouwershaven. In die jaren zag hij de fysiotherapie veranderen. “Vroeger lieten we mensen passief oefeningen doen. Nu gaat het er veel meer om samen dingen uit te zoeken, zodat mensen inzicht krijgen in hun eigen functioneren.”
Nu hij met prepensioen ging, zag hij kans zijn in steekwoorden genoteerde verhalen uit te werken tot een verhalenbundel. Schrijven is schrappen, ervoer De Jonge. “Er staat ook heel veel níét in mijn boek. Sommige zaken zijn zo persoonlijk. Het observeren van mensen vind ik leuk. Als ik opnieuw een beroep zou mogen kiezen zou ik wéér fysiotherapeut worden. ‘Je moet nooit te snel oordelen over mensen,’ dat is uiteindelijk de boodschap van mijn boek. Soms denk je al snel over iemand dat diegene snel, druk of juist stil is. Maar je moet eerst maar eens ervaren en horen hoe de zaken werkelijk liggen. Zoals bij die mevrouw die heel timide was, maar die tijdens de oorlog belangrijk verzetswerk bleek te hebben gedaan. En verder heb ik in al die jaren bewondering gekregen voor mensen die ondanks alle moeilijkheden en tegenslagen doorgaan en de moed niet opgeven.”