In verband met de weersomstandigheden van de afgelopen winter wordt op grote schaal overlast van emelten – de larven van langpootmuggen – verwacht op sportvelden. De emelten profiteerden van de grote hoeveelheid sneeuw die deze winter is gevallen.
Was het eerst de sneeuw die voor afgelastingen zorgde, dan nu mogelijk de emelt. Emelten zijn pootloze, grijsbruine, kokervormige larven van de langpootmug. De langpootmuggen vliegen vanaf eind juli tot begin september. Een langpootmugvrouwtje legt tussen 300 tot 400 eieren per keer.
De emelten hebben geen poten en geen duidelijke kop. Emelten kunnen tot 45 mm lengte groeien. Er komen veel soorten langpootmuggen voor. In Nederland komen met name soorten uit het geslacht Tipula voor. De meest voorkomende schadelijke soorten zijn Tipola oleracea en Tipola paludosa. Emelten worden vaak aangetroffen in gras op een zanderige ondergrond.
Schade
De emelten in hoge dichtheid zijn een ware plaag voor het sportveld. De diertjes vreten niet aan de wortels van het gras, maar aan het jonge groen. Dit doen ze door vanuit hun holletjes het jonge groen naar beneden te trekken. Het sportveld zal hierdoor bruine kale plekken krijgen. Emelten van de Tipula paludosa (één generatie per jaar) veroorzaken vooral in de late herfst tot mei schade. Emelten van de Tipula oleracea (twee generaties per jaar) veroorzaken schade in de zomer (de eerste generatie) en in de late herfst tot mei (de tweede generatie).
De emelten bevinden zich in de bovenste twee tot drie cm van de grond, van waaruit ze ’s nachts half uit de grond stekend, aan de planten eten. Bij vochtig zacht weer verlaten ze ’s nachts hun holletjes en kruipen ze over de grond op zoek naar voedsel. De emelten blijven de hele winter aanwezig en gaan bij zacht weer gewoon door met het eten. Wanneer de temperatuur beneden de 5º Celsius komt, komen de emelten niet meer boven de grond.
Emelten zijn ongevoelig voor vorst. Ze maken namelijk een soort antivries aan. Wel zijn de jonge emelten gevoelig voor uitdroging. Deze winter – juist in de voor emelten kwetsbare periode – is er steeds sprake geweest van een sneeuwlaag. Deze sneeuwlaag heeft er waarschijnlijk voor gezorgd dat emelten geen last hadden van uitdroging, waardoor veel emelten de winter overleefd hebben.
De emelt is voor de schade maar deels verantwoordelijk; dieren als vogels en mollen lusten graag emelten en jagen erop door het gras om te ploegen.
Bestrijding
Tot 2003 konden emelten met chemische middelen bestreden worden. De overheid heeft echter alle aanwezige middelen verboden. Bestrijding van emelten op deze manier is daarom niet meer mogelijk.
De emelten zijn goed te bestrijden met insectparasitaire nematoden (ook wel aaltjes genoemd – niet te verwarren met schadelijk plantparasitaire aaltjes). Deze microscopisch kleine aaltjes leven in symbiose met een bacterie. Eenmaal in de bodem uitgezet zoeken ze de emelten op en dringen de emelten in. In de emelt scheiden de nematoden een bacterie af die de emelt doodt.
In de dode emelt ontstaat een nieuwe generatie nematoden die op zoek gaan naar nieuwe emelten om ze te infecteren. Insectparasitaire nematoden kunnen niet lang buiten een ‘gastheer’ overleven. Zijn er geen prooien meer, dan sterven de nematoden. Insectparasitaire nematoden komen van origine voor in onze bodem en zijn daarom ook opgenomen in de Flora- en Faunawet als beschermde bodembewoners. Deze aaltjes zijn ongevaarlijk voor mens, dier, milieu en nuttige insecten.
Tevens zijn er milieuvriendelijke verdrijvende middelen als Pireco en Tipulex om de emelt te bestrijden. Deze middelen werken zowel preventief als curatief.
Voor alle middelen geldt dat een goede voorlichting door deskundigen over het type bestrijding, het moment van bestrijden en de bestrijdingsduur van belang is. Voor de meeste middelen dient een bepaalde (bodem)temperatuur te zijn bereikt voordat het middel kan worden toegediend en effectief is.
Overige maatregelen
De overige maatregelen die kunnen worden getroffen zijn: licht aanrollen, zodat het contact tussen wortels en grond wordt verbeterd en toediening van stikstof waardoor de grasgroei wordt bevorderd (een goede voorlichting over het moment van toedienen van stikstof is van belang; voor het optimale moment van toedienen van stikstof dient een bepaalde temperatuursom te zijn behaald).
Bij droog weer is tevens beregening noodzakelijk. Voor de bewegingen in de grond hebben zowel de kevers als de larven een voldoende losse structuur nodig. Een dichte zode, door rollen en bespelen, belemmert dus beide in hun activiteiten, maar afdoende is dit meestal niet. Zorg ervoor dat vogels van de sportvelden blijven daar waar de emelt aanwezig is.
Kortom, ken je sportveld en probeer problemen te voorkomen.
Voor aanvullende vragen kan contact worden opgenomen met de afdeling ondersteuning clubbesturen van het districtskantoor.
Emelt jaagtrofee in’t leven roepen? Nachtploegen tbv emelten surveillance?
Kuddes egels?
Nieuwe markt voor nieuwe ideeen!
Condor de juiste bestrijding