door Peter van Kouteren
AXEL – Emine Youssef voetbalde tot zijn dertiende jaar in de jeugd van Racing Heirnis Gent, maar stopte abrupt toen hij er geen plezier meer aan beleefde.
De geboren Tunesiër genoot vervolgens zes jaar van basketbal, maar keerde terug op het voetbalveld. Hij is nu aan zijn tweede seizoen bij AZVV bezig.
Na zijn rentree in de hoofdmacht, enkele weken terug in het duel tegen SKNWK, weerhield een ontsteking de verdediger opnieuw aan paar weken van trainingsarbeid. Deze week trainde hij weer voorzichtig met de groep mee.
Emine Youssef is een liefhebber, die het best tot zijn recht komt in een verdedigende rol. Stevig in de duels, maar met een faire insteek. Hij dwong vorig seizoen in het hart van de defensie een basisplaats af, totdat hij in januari van dit jaar voor zijn studie chemische milieuzorg voor drie maanden naar Zwitserland vertrok.
Drie weken geleden vierde hij zijn rentree in de basis van AZVV, maar veel vreugde beleefde hij er niet aan. Zijn directe tegenstander Wesley Goud had met twee treffers in de slotminuten van het treffen met SKNWK een belangrijk aandeel in de eerste nederlaag (3-2) van de Axelaars.
Volgens Emine Youssef had het spel van zijn tegenstander niet altijd veel met voetbal te maken. “Hij heeft voortdurend aan me getrokken, geschopt en geslagen”, blikt hij terug. “Maar in heel de wedstrijd is er maar twee keer tegen hem gefloten. Als mens is hij misschien wel aardig hoor, maar als voetballer zeker niet.”
Emine Youssef (rechts) duelleert in het duel met SKNWK met zijn directe tegenstander Wesley Goud. De verdediger van AZVV hield geen goed gevoel over aan de met 3-2 verloren wedstrijd. foto Izaäk Verkeste
Het staat haaks op de voetbalintentie van de in hartje Gent woonachtige Tunesiër, die zich binnen en buiten de lijnen aan gangbare normen wil houden. “Toen ik in de jeugd van Racing Heirnis speelde, moest mijn jeugdtrainer van tevoren zeggen wie er zouden spelen en wie vervangen zouden worden. Er was veel vriendjespolitiek, absoluut niet leuk. Ik was bij onze supporters graag gezien, maar werd door tegenstanders voor allochtoon uitgemaakt. Ik voetbalde om me te amuseren. Vanaf het moment dat spelers zonder reden op de bank moesten zitten of gewisseld werden, verloor ik het plezier. Nadat ik gestopt was, hebben ze wel drie jaar aan me gevraagd of ik terug wilde beginnen.”
Dat was verspilde moeite, omdat Emine Youssef zich zes jaar lang op basketbal toelegde. “Maar op een bepaald moment ben ik toch weer begonnen met voetballen”, vertelt hij. “Vier jaar geleden, op pleintjes in de Blaarmeersen in Gent. Met Olivier Deschacht (Anderlecht), Vadis Odjidja Ofoe (Club Brugge) en heel veel Afrikanen. Allemaal technisch goede voetballers, die in de tweede en derde klasse nationaal speelden. Als het seizoen voorbij was, kwamen er zoveel dat we elf tegen elf speelden. Ik ging elke dag voetballen en trainde toen eigenlijk meer dan nu.” Twee jaar geleden mocht hij met een ploeg van Italianen meedoen. Youssef: “Daar leerde ik Ludovico Cantoro kennen. Hij vertelde dat hij naar Nederland ging en vroeg of ik zin had om mee te gaan. AZVV, ik had er nog nooit van gehoord. Ik weet nog dat ik heel nerveus was, toen ik voor het eerst kwam trainen en dat ik na afloop aan de trainer heb gevraagd of ik nog eens mocht komen. Ik vond het direct leuk. Er heerst hier een goede sfeer, velden zoals in Nederland zie je in België niet zo veel en de coaches Eddy (Van der Hooft) en Baum (Patrick Baumgarte) zijn vriendelijk.”
Na een sterke eerste seizoenshelft vertrok hij in januari voor zijn studie naar het Zwitserse Bazel. “Ik heb misschien één keer voor mezelf gelopen”, bekent hij. “Ik had het druk met mijn studie en ging in het weekend ontspannen. Iets eten of drinken met vrienden, voetbal kijken. Ik ben heel blij dat ik op de weg terug ben, maar je hoort mij niet zeggen dat ik in de basis moet staan.”
Hij heeft nog wat last van zijn enkel en is eigenlijk conditioneel nog niet honderd procent. “Bovendien is Emanuel Pauwels heel sterk bezig, hij is volwassener geworden. De beste moet gewoon spelen. Ik wil wel met de ploeg kampioen worden”, zegt hij aan de vooravond van de derby tegen Spui. “Ik ken Spui niet, maar de jongens hebben het er al weken over. Als we in de topdrie mee willen doen, zullen we moeten winnen.”