Vier zondagclubs in de finalepoule van de Borsele Sloepoort Cup. Je zou haast denken dat het zondagvoetbal de dienst uitmaakt in Zeeland.
Dat is natuurlijk niet zo. Hoek en Kloetinge, de beste zaterdagclubs, deden niet mee. Bovendien zitten we nog vroeg in de voorbereiding. De Sloepoort Cup kun je niet als maatstaf nemen. Je hoort ‘kenners’ vaak zeggen dat het zondagvoetbal beter is dan het zaterdagvoetbal. Ik geloof er niet zo in. Oké, het is anders. Ik speel zelf op zondag bij RCS en ben trainer van een zaterdagclub, Dauwendaele. Ik denk dat ik wel een vergelijking kan maken.
Wat me opvalt, is dat het zaterdagvoetbal fysieker is en het zondagvoetbal verzorgder. Ik zag het in Nieuwdorp: zaterdagclubs als Bruse Boys en Oostkapelle spelen met veel power, meer venijn, onze wedstrijden tegen Vlissingen en Goes zijn toch iets technischer. Een concreet voorbeeld: tegen zondagclubs krijg je gewoon een meter meer ruimte om iets met de bal te doen.
Begrijp me goed: dit is geen waardeoordeel. Het zondagvoetbal is anders dan het zaterdagvoetbal. Anders, niet beter of slechter. Hoe het komt? Ik denk dat het gewoon de cultuur van de clubs is. Dat is van oudsher zo gegroeid en het zal altijd zo blijven.
Er verandert best wel ’s iets. Het uitgaansleven drukt bijvoorbeeld meer dan vroeger een stempel op het zondagvoetbal. De Noormannen en Domburg stappen niet voor niets over naar het zaterdagvoetbal. Maar in zijn aard zal het zaterdag- en zondagvoetbal blijven zoals het is: fysiek tegenover techniek.
Je zult nooit weten hoe de verhoudingen exact liggen. Tuurlijk, straks spelen we met RCS in de districtsbeker tegen de zaterdagclubs Kloetinge en Dinteloord. Het is een graadmeter. Maar meer ook niet. De clubs nemen de beker niet allemaal even serieus. Daar word je dus ook niet veel wijzer van.
Maar ja, waarom zou je eigenlijk vergelijken? Het is appels met peren vergelijken. En ik ben eerlijk gezegd blij dat er zaterdag- en zondagvoetbal is. Kan ik op zaterdag coachen en op zondag lekker spelen.