Steun en kritiek in Tilburg voor amateurplannen

Clubvertegenwoordigers uit Zeeland, Noord-Brabant en de Drechtsteden kwamen woensdag naar het Willem II-stadion voor de vijfde informatiebijeenkomst over de optimalisering van de voetbalpiramide amateurvoetbal. Net als bij de vorige bijeenkomsten waren de 170 aanwezige clubbestuurders en afgevaardigden betrokken, bezorgd en voorzichtig positief.

Vertegenwoordigers van hoofdklassers als ASWH, Baronie en Papendrecht grepen gretig naar de microfoon om informatie te vergaren. Ook de lager geklasseerde clubs lieten hun stem horen.

Er was ongevraagde steun voor de plannen, maar ook kritiek. Komende week zijn de clubs uit de districten West II, Oost en Zuid II aan de beurt in respectievelijk Nootdorp, Almelo en Roermond. Hieronder de meest in het oog springende vragen die in Tilburg aan de orde kwamen.

Gaat de discussie over de optimalisering alleen over senioren?

Ja, we praten bij dit project alleen over standaardelftallen senioren bij de mannen. Voor reserve-elftallen, vrouwen en jeugd gaat er niets veranderen.

Klopt het dat er vanuit de FIFA is gezegd dat er een open competitie moet komen?

Ja, de FIFA heeft onlangs die opmerking gemaakt, maar het is zeker nog niet opgelegd aan de aangesloten bonden. Overigens heeft de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMA) zich ook al eens verdiept in de situatie rond de Nederlandse competities. Het is niet uitgesloten dat er op termijn van hogerhand een dwingend verzoek komt de competities open te breken.

Directeur betaald voetbal Henk Kesler en de belangenvereniging van de coaches betaald voetbal hebben onlangs uitgesproken dat er zes clubs verdwijnen of moeten verdwijnen uit het betaald voetbal. Daar is in de tussenrapportage geen woord aan gewijd. Waarom niet?

We hebben uiteraard wel stilgestaan bij deze opmerking. Bij de start van het onderzoek – twee jaar geleden – speelde dat nog niet. Er is echter geen enkele duidelijkheid of er clubs verdwijnen uit het betaald voetbal en hoeveel dat er zouden zijn. Er ligt nog geen besluit, dus we hoeven er ook nu geen rekening mee te houden. Mocht er toch een verzoek komen van betaald voetbal om één of meer clubs een plek te geven in het amateurvoetbal, dan moet het bestuur amateurvoetbal zich daarover uitspreken.

De kans dat het verzoek komt om in één keer zes clubs te adopteren, is echter gering. Omdat er clubs zullen ophouden te bestaan, of omdat clubs gaan praten over een fusie die wel een levensvatbare club oplevert. Zes clubs die in één keer een stapje terug doen in het eerste jaar, is absoluut niet aan de orde.

De overschrijvingstermijn sluit op 31 mei, wanneer de beslissing wordt genomen door de algemene vergadering. Zou het niet mogelijk zijn bij een beslissing voor de komst van twee of drie topklassen die termijn eenmalig uit te stellen, zodat spelers nog kunnen overstappen met het oog op versterkte promotie volgend jaar?

We hebben dat verzoek tijdens de informatiebijeenkomsten al enkele keren eerder gehoord. Als dat de wens is van de clubs zullen we dat zeker meegeven aan het bestuur amateurvoetbal bij de bepaling van het voorstel op 17 maart.

Wat zijn de consequenties van de plannen voor de vijfde en zesde klassen?

In het rapport gaat het plaatje tot en met derde klassen, omdat de competitieopbouw in de districten daaronder steeds anders is. Ook de verhouding tussen zaterdag- en zondagclubs ligt in de districten steeds anders. Uitgangspunt is dat wie het laagst op de ladder zit het minst moet reizen. De competitieleiders van de districten moeten daarover binnenkort gaan praten. In sommige districten kan de situatie zich voordoen dat een lagere klasse geheel promoveert naar een hogere laag.

Volgens de grafieken is er voor de clubs waarvoor het onderzoek is gedaan een verbetering te halen van 2,5 %. Eigenlijk stelt die verbetering niets voor.

In de hoofdklassen worden achterblijvers er iets minder van, maar dat wordt gecompenseerd door clubs in andere klassen die er beter van worden. Vandaar het gemiddelde van 2,5 %.

Hoe is de situatie voor clubs met een zaterdag- en een zondagafdeling? Het gebeurt nu wel eens dat beide standaardteams in een weekeinde samen thuis moeten spelen. Bij de komst van een topklasse krijg je dan op zaterdag twee thuiswedstrijden van standaardteams achter elkaar. Is dat niet te voorkomen?

Die opmerking is de belangrijkste reden om in alle klassen met veertien teams te gaan spelen. Als de één thuis speelt, moet de ander uit spelen. De KNVB heeft als taak maatwerk te leveren om ervoor zorgen dat twee standaardteams van dezelfde vereniging niet op diezelfde zaterdag thuis spelen. Daar moeten we gewoon voor zorgen.