door Carine Neefjes
Vrijdag 9 november 2007 – Scheldende ouders langs de lijn: kinderen worden er gek van en verlaten huilend het veld. De Stichting Ideële Reclame (Sire) komt in actie met de campagne: ‘Geef kinderen hun spel terug’.
Ouders langs de lijn bij de jeugdcompetitie zorgen voor ergernis bij andere toeschouwers en bederven het plezier van de kinderen. Sire komt met een campagne.
Chris Pocerattu, vader van een voetballertje, klimt over het hek en dreigt naar de scheidrechter, een jongen van een jaar of zestien. “Warme lul! Kom hier scheids, dan geef ik je een knal voor je kop.”.Even lekker schelden en de vader verdwijnt weer achter zijn kinderwagen langs de lijn. “Ik kom me hier een beetje uitleven. Ik moet scheidsrechters opvoeden, anders worden ze hartstikke partijdig.”
Zaterdagochtend, een voetbalveld in Amsterdam-Noord. Ouders én grootouders staan langs de lijn om hun ‘jonge goden’ van een jaar of tien aan te moedigen. Een enkeling scheldt, de meesten geven schreeuwend aanwijzingen. Een opa stuurt zijn kleinzoon van links, naar rechts, van voor naar achter. Het jochie wordt er knettergek van en blijft regelmatig met een vragende blik midden op het veld stilstaan.
Voetbalmoeders Ella Smit en Yvonne de Groot schudden hun hoofd. Zij vinden dat geschreeuw maar niks. “Vorig jaar werd een keepertje van zes jaar van de tegenpartij verschrikkelijk door zijn vader uitgescholden. De godvers vlogen in het rond. Dat jochie rende huilend naar de kleedkamer en heeft niet meer gekeept.”
Ouders kunnen het lelijk voor hun kinderen verpesten. In het voorjaar gingen dertig ouders in Alkmaar met elkaar op de vuist, nota bene bij een schoolvoetbaltoernooi. De Stichting Ideële Reclame (Sire) wil met de campagne ‘Geef kinderen hun spel terug’ een einde maken aan het wangedrag van ouders.
Ex-proftennisser Richard Krajicek had zo’n fanatieke ouder. Volgens hem was zijn vader ‘bezeten’ van het idee dat zijn zoon de beste tennisser van Nederland en de wereld moest worden. Gescheurde enkelbanden, in het gips – het waren geen redenen om thuis te blijven van de training. Krajicek: “Alles wat extreem is, is niet goed. Te fanatieke ouders niet, maar ongeïnteresseerdheid is misschien nog wel erger.”
Jacques van Rossum, bewegingswetenschapper aan de Vrije Universiteit van Amsterdam, heeft onderzoek gedaan naar talentontwikkeling en wat dat betekent voor de relatie tussen ouders en kind. Van Rossum signaleert vier verschillende soorten ouders: de bemoeizuchtige, de kritische, de coachende en de beschermende. “De bemoeizuchtige is de ergste en die vind je overal: tussen hoog- en laagopgeleiden, van hockey- tot voetbalveld. Deze ouders – het zijn trouwens meestal vaders – identificeren zich te veel met het succes van hun kind. Zelf hebben ze vroeger die kans niet gehad of is het niet gelukt om door te breken. Zoon- of dochterlief moet die droom nu waarmaken.”
Voor een kind kan dat traumatisch zijn, vervolgt Van Rossum. “Je wordt verantwoordelijk voor het geluk van je ouders. Dat is irreëel. Het komt voor dat hele gezinnen uit elkaar vallen. De voetballende zoon of de hockeyende dochter voldoet niet aan de verwachtingen van pa of ma.”
Als ouders zich langs de lijn misdragen, moeten verenigingen hen tot de orde roepen, vindt de bewegingswetenschapper. In de praktijk gebeurt dat ook, vertelt Huibert Steegeling, trainer van het dameselftal in Almere.
Ook bij voetballende meiden van een jaar of twaalf, dertien gaat het soms flink te keer. Sommige vaders jutten hun dochters te veel op. “Je hoort ze foeteren en schelden. Als het echt uit de hand loopt, ga ik een gesprek aan. Ik probeer duidelijk te maken dat kritiek averechts werkt. Ook al doen die meiden het tien keer verkeerd, je moet positief blijven. Anders gaan die koppies naar beneden hangen en hebben ze helemaal geen zin meer om te spelen.”
Op het voetbalveld in Amsterdam-Noord moedigt een opa zijn kleinzoon aan. Ook hij hekelt die schreeuwende ouders. “Dat zijn zelf slechte voetballers geweest. Zij willen een kind dat hun droom om prof te worden, wél waarmaakt. Belachelijk zielig”, vindt hij. Opa Koster staat achter het doel het teamgenootje van kleinzoon Bowe te coachen. Zodra de bal van het veld is, laat hij de keeper zien hoe het moet. “Vervelend? Ik geef alleen maar schouderklopjes, of ze het kunnen of niet. Hier wordt de basis gelegd voor hun verdere leven. Geef ze zelfvertrouwen, dat is veel belangrijker dan sport.”