Geel of rood? Vul het formulier nauwkeurig in

Bij het verwerken van de gele en rode kaarten is vastgesteld, dat door een aantal verenigingen onnauwkeurig wordt omgegaan met het invullen van de wedstrijdformulieren. Hieronder worden de ‘knelpunten’ uiteengezet.

Relatienummers

Een van de meest voorkomende fouten is het vermelden van het relatienummer van een andere speler met dezelfde achternaam.

Schrijfstijl

Ook door onduidelijk schrijven wordt vaak een vergissing gemaakt. Een X lijkt snel op een K, een I op een J, etc. Hierdoor neemt het verwerken van gele kaarten meer tijd in beslag dan nodig is. Ook wordt steeds meer gehoord, dat het vermelden van alleen het relatienummer en de naam van de overtreder op het wedstrijdformulier voldoende is. De adresgegevens zouden niet meer hoeven. Dit is onjuist: de volledige NAW-gegevens moeten op het wedstrijdformulier worden vermeld.

Strafcodes

Een ander probleem is het vermelden van de onjuiste strafcodes op het wedstrijdformulier door de scheidsrechters. Regelmatig wordt bij een waarschuwing een code gebruikt, die behoort bij het uit het veld zenden van een speler. Om een voorbeeld te geven: code 24 = trappen van een tegenstander. Door de tuchtcommissie dient dan een tuchtzaak te worden opgestart en moeten rapporten worden opgevraagd. Uit de rapporten blijkt vervolgens dat er een waarschuwing is gegeven wegens code 14 = ruw spel.

Rapport indienen

Verder bestaat er veel onduidelijkheid wanneer er precies een rapport moet worden ingediend. Wanneer een speler een waarschuwing krijgt, behoeft geen rapport te worden ingediend. Ook wanneer een speler twee waarschuwingen krijgt, en derhalve het veld moet verlaten, behoeft geen rapport te worden opgemaakt. Anders ligt het, wanneer een assistent-scheidsrechter, leider, trainer, etc. een waarschuwing krijgt. Dit dient niet alleen op het wedstrijdformulier te worden vermeld, maar ook dient door alle partijen (scheidsrechter, tegenpartij, eigen vereniging) een rapport te worden ingediend en degene die de waarschuwing heeft gekregen heeft recht van verweer.

Wanneer iemand wordt weggezonden, ongeacht of dit een speler of een assistent-scheidsrechter, leider, trainer, etc. is, dient altijd door alle partijen binnen drie werkdagen een rapport te worden ingediend. Tevens maakt een eventuele aanwezige rapporteur een strafrapport op. De scheidsrechter maakt gebruik van een wit rapportformulier, de eigen vereniging een geel formulier waarop de betreffende speler tevens zijn verweer kan vermelden, de tegenpartij een blauw formulier en de rapporteur een groen formulier.

Regelmatig blijkt, dat een speler wordt weggezonden met een rode kaart voor één overtreding, bijv. code 24 trappen van een tegenstander, maar dat volgens de rapportage blijkt, dat deze persoon nog meer overtredingen heeft begaan, bijv, weigeren naam op te geven (code 38) of beledigen van de scheidsrechter (code 22). In dergelijke gevallen dienen alle codes op het wedstrijdformulier te worden vermeld. Dit voorkomt, dat aanvullende tenlasteleggingen moeten worden verzonden.

Ook wanneer een wedstrijd wordt gestaakt dienen alle partijen een rapport in te sturen. Hiervoor hebben verenigingen en scheidsrechters in het begin van het seizoen formulieren ontvangen.

De laatste tijd ontvangen wij regelmatig de opmerking, dat de scheidsrechter heeft gezegd dat de tegenpartij geen rapport behoeft op te maken indien de overtreding niet tegen een tegenspeler, maar tegen de scheidsrechter wordt gemaakt, bijv. beledigen of bedreigen van de scheidsrechter. Dit is onjuist. Bij een veldverwijdering dient altijd door alle partijen te worden gerapporteerd.

Dringend wordt verzocht de rapportage binnen drie werkdagen in het bezit van het districtskantoor te doen zijn. Door tijdige inzending wordt niet alleen boeteoplegging voorkomen, maar kan tevens het principe van snelle rechtspraak worden uitgevoerd.