Onderzoek naar de stopmotieven van junioren

Bron: www.knvb.nl

Sinds 2013 doet de KNVB onderzoek naar waarom voetballers stoppen. Met de resultaten kunnen we ons voetbalaanbod verder ontwikkelen en – dat is natuurlijk het belangrijkste – proberen om de uitstroom te minimaliseren. Inmiddels zijn alle voetballers die stopten in 2022, 2023 en 2024 aangeschreven met de uitnodiging om deel te nemen aan het onderzoek. Dat heeft al geleid tot inzicht in de uitstroommotieven van inmiddels bijna 38.000 gestopte voetballers. Hoog tijd om die kennis breder te delen en er als vereniging je voordeel mee te doen!

Eerder hebben we al een algemeen artikel over de uitstroommotieven gedeeld. Dit vind je hier. Nu gaan we verder in op de uitstroommotieven van specifiek de junioren: jongens en meiden van 13 tot 18 jaar. Het uitstroompercentage onder hen is hoog. Er zijn op dit moment meer dan 280.000 voetballende junioren, maar elk seizoen stopt 18% ermee. Ter vergelijking: bij de pupillen is dit ongeveer 10%.

Ruim 10.500 van de bijna 38.000 respondenten aan het uitstroomonderzoek behoren tot de junioren. Het grote merendeel (71,3%) van hen is een jongen.

Gebrek aan plezier

Een gebrek aan plezier in de sport is voor junioren de grootste reden om te stoppen met voetballen (61,6%). Hiervoor zijn het team (46,1%) en de trainer/coach (31,6%) de grootste oorzaken. Daarna dragen ‘vanwege zaken binnen de vereniging’ (27,9%) en ‘geen plezier meer in de sport zelf’ (25,9%) het meeste bij aan het gebrek aan plezier.

— De oorzaken voor een gebrek aan plezier bij de junioren

Het team

Binnen ‘gebrek aan plezier in de sport’ is ‘het team’ voor junioren dus de grootste reden om te stoppen. Dit is gezien hun levensfase niet zo gek. Jongeren in de puberteit ontwikkelen hun eigen identiteit, gaan zich aan elkaar spiegelen en willen bij elkaar horen. Toch zie je juist in deze leeftijdscategorie dat spelers steeds meer uit elkaar worden gehaald.

Van de junioren die stopten vanwege het team, geeft 35% aan dat ze het niet goed konden vinden met hun teamgenoten. Ook 35% heeft te weinig betrokkenheid van hun teamgenoten ervaren – die twee redenen hebben wel raakvlakken met elkaar en hoewel de rol van de trainer hierin niet te onderschatten is, zijn dit niet altijd zaken waar je als vereniging direct grip op hebt. Waar je wél direct mee aan de slag kunt, is het feit dat ruim 32% de niveauverschillen binnen het team te groot vond. Ook geeft 26,7% aan dat ze niet tevreden waren over het team waarin ze waren ingedeeld.

Hierin zien we verschillen tussen jongens en meiden. Dat 35% aangeeft dat ze het niet goed konden vinden met teamgenoten, is op basis van 32,8% bij de jongens en 41,2% bij de meiden. Het percentage van 26,7% dat niet tevreden was over de teamindeling, is afkomstig van 29,9% bij de jongens en 19,1% bij de meiden.

Hoe gaan jullie als vereniging om met het teamindelingsbeleid bij junioren? Als je deze doelgroep wil behouden, is het heel belangrijk om met ze in gesprek gaan, zodat je weet wat er speelt en wat hun wensen zijn.

Studeren, andere hobby’s en te tijdrovend

Na een gebrek aan plezier in de sport, geeft 36,2% van de junioren aan te zijn gestopt vanwege ‘overige redenen’. Wat valt daar precies onder? Ruim een kwart (25,9%) stopte omdat ze begonnen met studeren. Ook bijna een kwart (24,9%) koos voor een andere sport of hobby. Ruim 23% vond dat het voetballen teveel tijd in beslag nam. Zowel ‘ik ben gestopt omdat mijn team niet meer voldoende spelers/speelsters had’ als ‘ik ben gestopt vanwege een verhuizing’ werd door ongeveer 10% gekozen. In al deze antwoorden is er nauwelijks verschil tussen de jongens en de meiden.

Jeugdfutsal

Een van de manieren om junioren te behouden, is door jeugdfutsal aan te bieden. Recent onderzoek onder jeugdvoetballers toont namelijk aan dat zij daar wel geïnteresseerd in zijn, maar dat er vaak geen lokaal aanbod is. Futsal wordt gespeeld in kleinere teams (5 tegen 5) op compactere velden en biedt de dynamiek en intensiviteit die voor veel spelers aantrekkelijk is. Daarnaast is het door de kleinere teams gemakkelijker om een team samen te stellen en dus te starten.

Op basis van deze inzichten werkt de KNVB aan een kennismakingsproduct om futsal voor junioren te integreren binnen verenigingen. Dit moet de toegankelijkheid vergroten en futsal duurzaam stimuleren. Voor meer informatie of vragen hierover kun je een e-mail sturen naar futsalontwikkeling@knvb.nl.

En nu?

Zoals gezegd kunnen we de resultaten gebruiken om ons voetbalaanbod verder te ontwikkelen en de uitstroom te minimaliseren. Dat het team en de trainer vaak als reden genoemd worden, betekent dat we met bijvoorbeeld het Welkomstprogramma jeugdtrainers een goede weg zijn ingeslagen. We willen verenigingen met deze inzichten ook handvatten bieden om met hun leden in gesprek te gaan. Zo hebben we een gespreksleidraad voor exitgesprekken opgesteld.

Heb je een vraag over werven of behouden van spelers? Stel je vraag aan marketing@knvb.nl.

Onderzoek naar de stopmotieven van meiden-junioren

Onderzoek naar de stopmotieven van meiden-juniorenEerder deden we ook al onderzoek naar de stopmotieven van specifiek de meiden-junioren. Lees de uitkomsten hier.

Geef als eerste een reactie op "Onderzoek naar de stopmotieven van junioren"

Reageer

Je emailadres wordt niet gepubliceerd.


*


Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.