Hoe zorg je dat kinderen met meer plezier trainen, zich beter en breder ontwikkelen én een basis leggen voor een leven lang sporten en bewegen? Door bij kinderen van 2 tot en met 12 jaar (tijdens trainingen) niet alleen maar de focus op één sport te leggen. Maar meer aandacht te besteden aan hun breed motorische ontwikkeling (BMO) door andere sporten en beweegvaardigheden aan bod te laten komen. Om dat voor sportverenigingen en -bonden gemakkelijker te maken zijn verschillende tools gelanceerd, waaronder de inspiratiegids BMO, hetbeweegspel.nl en de handleiding nijntje Beweegdiploma.Uit onderzoek blijkt dat kinderen in ons land steeds minder bewegen en daardoor motorisch minder vaardig zijn. Dit baart zorgen, omdat de gezondheid, sportdeelname en de persoonlijke ontwikkeling van kinderen gebaat zijn bij een goede motoriek. De hockey-, voetbal-, volleybal- en gymnastiekbond, die samen goed zijn voor circa zestig procent van de sporters in de leeftijdscategorie 2 tot en met 12 jaar, zetten zich in het project BMO Vaardige Generatie in voor een bredere motorische vaardigheid bij de jongste jeugd.
Niet alleen voetbal op de voetbaltraining
“Sportbonden en -clubs richten hun oefenstof voornamelijk op hun eigen sport. Heel zwart-wit gezegd: kinderen hockeyen op een hockeyvereniging en voetballen op een voetbalvereniging”, vertelt projectleider en bewegingswetenschapper Martine Hoofwijk. “Dat is zonde, want hoe meer sport- en beweegactiviteiten kinderen proberen, des te groter de kans wordt dat iemand een sport vindt die écht bij hem/haar past.”
“Meerdere onderzoeken tonen aan dat kinderen juist veel baat hebben bij een breed motorisch beweegaanbod in hun jonge jaren. Dat is namelijk de fase waarin de motoriek zich het meest ontwikkelt”, vervolgt ze. “Motorisch vaardige kinderen bewegen en sporten over het algemeen meer waardoor deze kinderen fitter zijn en nóg vaardiger worden; een positieve spiraal van meedoen.”
Meerdere onderzoeken tonen aan dat kinderen juist veel baat hebben bij een breed motorisch beweegaanbod in hun jonge jaren
Martine Hoofwijk, projectleider en bewegingswetenschapper
Gelukkig komt er volgens Hoofwijk ook in de sport steeds meer aandacht voor de positieve effecten van veelzijdig ontwikkelen. “Toch zien we op sportverenigingen nog te vaak dat jonge kinderen alleen oefeningen doen die horen bij de sport waar ze ook op zitten. Dat vier grote sportbonden nu het voortouw nemen om dat te veranderen – door meer in te gaan zetten op breed motorische oefenvormen – is dus fantastisch.”
Jong beginnen
Goed leren bewegen is, samen met muziek maken, van groot belang voor de ontwikkeling van de hersenen en het lichaam van kinderen. Je kunt hiermee het beste zo vroeg mogelijk starten. Het nijntje Beweegdiploma is daarbij wat betreft de vier sportbonden dé basis voor ieder sportend kind van 2-5 jaar. Dit programma is getest bij verschillende sporten en er is een handleiding gemaakt waardoor ook andere sportbonden en verenigingen dit veelzijdige programma kunnen gebruiken voor hun jongste jeugd.
“Het mooie hiervan is om er geen eigen bondsprogramma’s tegenover te zetten. Dus niet kijken naar het bondsbelang, maar naar het belang van de sporter. Dat is ook waar brede motorische ontwikkeling voor staat”, legt Peter van Tarel van de Nevobo uit. “Voor de iets oudere groep zet je daarna in op een breder motorisch programma dat past bij de sport. Kinderen kiezen niet voor niets voor een bepaalde sport, dus laten we het thema volleybal wel terugkomen in de oefeningen.”
Aan de slag met Breed Motorische Ontwikkeling
De vier sportbonden zien dat steeds meer bonden zich aansluiten. Om dat eenvoudiger te maken is er een digitale kaartenbak vol met oefenstof voor alle vaardigheden beschikbaar gemaakt op Hetbeweegspel.nl. “Hiermee kan een normaal programma dus makkelijk worden omgetoverd tot een BMO-proof programma”, legt Hoofwijk uit.
Voor trainer-coaches die meer willen weten over BMO is een opleidingsmodule in ontwikkeling. “Via de sportbonden willen we de verenigingen en hun professionals bereiken. Zij staan iedere week met de kinderen op het veld, dus daar zal het uiteindelijk allemaal moeten gebeuren.”
“We zien dat steeds meer verenigingen zorgen voor een mooie brede basis van waaruit hun sporters kunnen doorgroeien. Er zijn veel verschillende manieren waarop dat kan worden aangepakt. Voor verenigingen die nog niet gestart zijn met BMO is daarom een inspiratiegids BMO gemaakt: een bundeling van stappenplannen, tips en veel goede voorbeelden. Daarmee kunnen clubs gemakkelijk hun eerste stappen zetten op het gebied van BMO.”
We gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website zo soepel mogelijk draait. Als u doorgaat met het gebruiken van de website, gaan we er vanuit dat u hiermee instemt.OKNeeMeer lezen