Bron: www.nocnsf.nl
‘De coronacrisis verergert ontwikkelingen zoals een groeiende beweegarmoede, teruglopende motorische vaardigheden en een toename van welvaartsziekten en bevattelijkheid voor infectieziekten als gevolg van een ongezonde leefstijl’, zo valt te lezen in het onderzoek.
Gerard Dielessen, algemeen directeur van NOC*NSF: “In de monitor zien we de bevestiging dat de gezondheid van de inwoners van Nederland achteruit gaat. Niet in het minst doordat ze minder sporten en bewegen. Wij dringen er bij de overheid al langer op aan om onze krachtige lokale sportinfrastructuur in te zetten om deze negatieve ontwikkeling te stoppen. We hebben een vitale en weerbare bevolking nodig de komende tijd, nog los van de kosten die op de lange termijn moeten worden gemaakt vanwege de gezondheidsachterstand die velen nu oplopen.”
“We moeten het snel weer mogelijk maken om op een normale manier op de eigen sportaccommodatie te trainen en onderlinge wedstrijden te houden, zodat het plezier in het sporten terugkeert. We hebben eerder aangetoond dat we dit op een veilige manier te kunnen organiseren, door bijvoorbeeld af te spreken dat je na je sportactiviteit weer vertrekt, dat we via het opstellen van roosters drukte kunnen voorkomen en daarbij de kleedkamers en kantines dicht houden. We snappen heel goed dat er geen sprake kan zijn van wedstrijden met andere verenigingen of dat mensen blijven hangen voor de gezelligheid.”
Wij dringen er bij de overheid al langer op aan om onze krachtige lokale sportinfrastructuur in te zetten om deze negatieve ontwikkeling te stoppen
Gerard Dielessen, algemeen directeur van NOC*NSF
In de brief aan de Tweede Kamer waarmee Tamara van Ark de monitor aanbiedt, zet ze erop in de unieke Nederlandse sportinfrastructuur met haar rijke verenigingsleven en fijnmazige netwerk van sportaccommodaties overeind houden. Van Ark geeft aan dat dit van levensbelang is om een vitale samenleving te waarborgen, ook in de periode na Covid-19.
Ze haalt verder de onderzoekers aan die op het gebied van sport- en beweegdeelname en gezondheid de aandachtspunten voor de korte en lange termijn formuleren. Het gaat er volgens hen en de minister in eerste instantie om er voor te zorgen dat het fysiek bewegen niet of zo weinig mogelijk wordt beperkt door de coronamaatregelen. De minister geeft in de brief niet aan op welke manier dat zou kunnen.
“Het is goed dat de minister erkent dat de maatregelen tegen corona het fysiek bewegen niet of zo weinig mogelijk zouden moeten beperken. Dat gebeurt nu echter wel”, zegt Gerard Dielessen. “Uit onderzoek weten we dat een derde van de bevolking minder is gaan sporten en bijna tien procent er helemaal mee is gestopt. Helaas schrijft de minister in haar brief niet hoe we die nu sterk beperkende werking van de maatregelen te lijf zouden kunnen gaan. Wij hebben daar de plannen voor klaar liggen. Ik zou de minister willen zeggen: Maak van de sport een belangrijke partner bij het oplossen van de toenemende gezondheidscrisis.”
Ik zou de minister willen zeggen: Maak van de sport een belangrijke partner bij het oplossen van de toenemende gezondheidscrisis
Gerard Dielessen, algemeen directeur van NOC*NSF
Het omzetverlies in de breedtesportsector (sportverenigingen, sportondernemers, gemeenten en sportbonden) komt volgens de monitor van Mulier in 2020 uit op anderhalf miljard euro. Na kostenbesparingen (350 miljoen euro) en compensatie uit diverse steunmaatregelen (450 miljoen euro) resteert een directe schade voor de breedtesportsector van ruim 700 miljoen euro. Deze schade wordt opgevangen door het aanspreken van reserves. Dit leidt tot aantasting van het investerings- en weerstandsvermogen van sportorganisaties en bedreigt het voortbestaan van deze organisaties.
Gerard Dielessen: “De constatering van het Mulier Instituut dat het voortbestaan van sportorganisaties serieus wordt bedreigd, is ernstig. De minister geeft in haar brief aan daar maatregelen tegenover te stellen. Daar zijn we blij mee. We gaan deze maatregelen komende dagen verder bestuderen en er met haar over in gesprek. Ook daarbij zullen we aandringen op een grotere rol voor de sport bij het creëren van meer gezondheidswinst door alleen lokaal en onder belangrijke veiligheidsvoorwaarden sporten weer leuk en uitdagend te maken. Daarmee zal de schade aan de prachtige Nederlandse sportinfrastructuur ook kunnen worden beperkt.”