Bron: www.knvb.nl
Het is dat dreigende opschuiven van de spelers, die als een gevechtsformatie Maori-krijgers, de tegenstander angst proberen in te boezemen. De neertrekkende bewegingen waarmee de kracht van de goden naar het veld wordt getrokken. Het slaan op de borst, armen en bovenbenen. De opengesperde ogen en uitgestoken tongen. Een wedstrijd van The All Blacks, het nationale rugbyteam van Nieuw-Zeeland, is met de Haka, de oorlogsdans, per definitie een imposant schouwspel.
Maar in deze tijd van anderhalve meter afstand, mondkapjes en snel oplopende besmettingscijfers geloof je je ogen niet als je naar de recente rugbywedstrijden aan de andere kant van de wereld kijkt. Volgepakte stadions die meerdere keren per wedstrijd uit hun voegen barsten van het gejuich en gezang. Alsof er geen corona bestaat.
Zo bekeken is het een wonder, dat complotdenkers er nog geen dwaze theorie over hebben losgelaten op de sociale media. Toch hoeft niemand te twijfelen aan de televisiebeelden van de rugbywedstrijden. Het coronavirus is in Nieuw-Zeeland, na een terugval in augustus, onder controle gekregen met een korte, maar strenge lockdown van de hoofdstad Auckland. De paar besmettingen die nog worden ontdekt in het land, zijn afkomstig van terugkerende reizigers, of komen op een andere manier, van buiten de landsgrenzen. Het leverde premier Ardern een monsterzege op tijdens de verkiezingen.
Een wereld van verschil met de situatie in Nederland, waar de zorgen met de dag toenemen.
Dilemma’s
Willen we de unieke Nederlandse sportinfrastructuur met het voetballandschap behouden, dan moet er snel een ander vooruitzicht geboden worden
Als ik voor mezelf spreek, zie ik de enorme dilemma’s waar het kabinet mee worstelt en begrijp ik dat we worden beperkt in onze mobiliteit om het aantal besmettingen terug te brengen. De onrust in de ziekenhuizen neemt met de dag toe. Strengere maatregelen waren daarom hard nodig. Toch mag je je vraagtekens plaatsen bij een aantal beslissingen die de amateursport onevenredig hard treffen. Het frustreert en demotiveert miljoenen buitensporters. Die snappen niet dat je binnen wel mag fitnessen met dertig personen, maar normaal trainen in de frisse buitenlucht er niet bij is. In plaats daarvan mag er alleen nog maar getraind worden in groepjes van vier personen.
Overigens begrijp ik ook hier het dilemma. Het kabinet weet dat sporten essentieel is voor de fysieke en mentale weerbaarheid. Geen overbodige luxe in deze pandemische tijd. En natuurlijk kun je wel gaan fitnessen of hardlopen, maar de meeste Nederlanders sporten liever in teamverband in de buitenlucht en snakken naar de gezelligheid op de club.
Rek is eruit
Het zal daarom niemand verbazen dat we bij de KNVB voor het eerst merken, dat ondanks het enorme aanpassingsvermogen, de rek eruit is bij verenigingen. Steeds vaker speelt de vraag: hoe gaan we onze leden behouden? Liet je tot en met de zomer je club niet in de steek, nu komen de opzeggingen binnen.
Het is tijd voor duidelijkheid en een nieuw perspectief. Willen we de unieke Nederlandse sportinfrastructuur met het voetballandschap behouden, dan moet er snel een ander vooruitzicht geboden worden. Weer voetballen, zoals voetballen bedoeld is. Hiertoe komen wij volgende week met Plan B, een Corona-proof voetballandschap. Daarnaast is er nog meer noodsteun nodig tot in ieder geval het einde van dit jaar.
Maar vergeet ondertussen vooral niet het allerbelangrijkste: een duidelijk toekomstperspectief. In Nieuw-Zeeland genieten ze alweer van hun sport.