Bron: www.knvb.nl
Het zijn uitdagende tijden voor voetbalverenigingen. Zeker op financieel gebied hebben veel clubs vanwege het coronavirus een behoorlijke klap gekregen. Hoe houd je als vereniging je inkomsten op peil? Op welke posten kun je besparen? En hoe ga je om met de contributie-inning? We vroegen het aan vijf bestuursleden die aan de hand van een aantal stellingen hun ervaringen delen.
De financiële positie van onze vereniging is ondanks de misgelopen inkomsten door het coronavirus vooralsnog stabiel.
Ralf van de Laar, SV Lierop: “In ons geval gaat deze stelling zeker op. Wij staan er als SV Lierop goed voor. Neemt niet weg dat het coronavirus ons natuurlijk wel raakt. Daarom hebben we onder andere goed gekeken naar alle kosten. Zo besparen we nu een flink bedrag op onze afvalkosten. Verder hebben we subsidies aangevraagd, zoals de BOSA. Daar waren we voor corona al mee bezig, maar het geld komt nu extra goed uit. Ook kwamen we erachter dat er een subsidie is voor de materialen die we aanschaffen voor reanimatiecursussen die we op de club organiseren.”
Jeen Visser, ONT: “We hebben financiële pijn, maar liggen er niet wakker van. Alle investeringsplannen die we hadden, voeren we gewoon door. We willen laten zien dat we financieel gezond zijn en goed door deze periode komen. De afgelopen drie, vier jaar hebben we gefocust op kostenbesparingsprojecten en dat scheelt ons jaarlijks 15.000 euro aan kosten. Ik raad elke vereniging aan alle kosten tegen het licht te houden om te kijken waar je kunt besparen.”
Edwin Provoost, DIA: “Er zijn drie scenario’s door ons gemaakt: lichtgrijs, donkergrijs en zwart. We hebben voor dit seizoen gebudgetteerd op zwart. Van daaruit zijn we de begroting gaan opstellen. Over afgelopen seizoen hadden we een begrotingstekort van 40.000 euro. Aan de leden hebben we vanwege de situatie waarin we verkeren een corona-vergoeding van 18 euro gevraagd. Hier ging iedereen op de algemene ledenvergadering mee akkoord. Mocht halverwege het seizoen blijken dat de extra bijdrage niet nodig is, dan krijgen de leden het terug.”
Patrick Rijnbeek, Floreant: “Wij zijn financieel ook stabiel en hebben eveneens een aantal scenario’s opgesteld. Zelfs in het meest donkere scenario komen we financieel niet in de problemen. Wel gaan we tijdens de ALV een begrotingstekort presenteren aan de leden. We willen realistisch zijn en ook een signaal afgeven dat we echt op de centen moeten letten.”
Dirk Kamma, vv Blija: “We stonden er financieel goed voor, dus corona doet ons nog geen pijn. Uiteraard zijn we wel aan het kijken waar we kosten kunnen besparen, of kunnen verlagen.”
We hebben als vereniging overwogen korting te geven op de contributie.
Visser: “Nee, we blijven de contributie gewoon innen, tenzij mensen vanwege corona krap bij kas zitten, maar dat hebben we nog niet gezien. Er is ook geen enkele opzegging binnengekomen vanwege corona. Wij hebben ook duidelijk gecommuniceerd dat niet het bestuur, maar de leden zelf de vereniging zijn. Zij zijn als het ware aandeelhouders. De loyaliteit en saamhorigheid onderling moet blijven. We hebben voor dit seizoen ook gewoon de indexering doorgevoerd van 3%. Dat is zo vastgesteld en er zijn nog geen geluiden dat leden vinden dat we het moeten terugdraaien.”
Van de Laar: “Vanuit de KNVB is opgeroepen de contributie gewoon te innen, dus dat hebben wij gedaan. Voor dit seizoen is de inning wel iets verlaat, van eind augustus naar 1 oktober. Dan is het seizoen al begonnen en een deel van de dienst geleverd, waardoor je eventuele discussies hopelijk kunt voorkomen.”
Rijnbeek: “Op Facebook ontstond er een discussie over terugbetaling van contributie, maar daar reageerden onze leden al snel op waardoor het de kop werd ingedrukt. We hebben wel nagedacht over wat we dit seizoen met de contributie doen. Uiteindelijk is toch besloten een indexering door te voeren, maar wel het minimale.”
We hebben vrijwilligers gevraagd van hun vrijwilligersvergoeding af te zien.
Kamma: “Het mooiste voorbeeld van solidariteit komt bij ons van de hoofdtrainer. Die had een aflopend contract en gaf aan dat de betaling voor de laatste paar maanden gestopt kon worden. Wat wij wettelijk nog moesten uitbetalen heeft hij gedoneerd aan ons. Dat is fantastisch en gaf ons wat financiële rust.”
Al onze vrijwilligers die een vergoeding krijgen zijn loyaal geweest en hebben gedeeltelijk van hun vergoeding afgezien
Provoost: “Wij zijn het gesprek aangegaan met mensen die een arbeidscontract bij ons hadden. Daar is een forse besparing uit voortgekomen. Daarnaast hebben we gekeken op welke andere plekken kosten bespaard konden worden. Zo vragen we dit seizoen een groot deel van de leden hun trainingspakken en shirts zelf te wassen. Dat scheelt op jaarbasis toch 3.000 euro.”
Visser: “Toen in mei duidelijk werd dat we veel inkomsten gingen mislopen, hebben we al onze vrijwilligers die een vergoeding krijgen aangeschreven en benaderd met de vraag of ze voor de laatste vier maanden van het seizoen van de helft van hun vergoeding wilden afzien. Iedereen was loyaal en heeft toegezegd. Sommigen hebben er zelfs helemaal van afgezien.”
Ons sponsorhuis is vanwege corona als een kaartenhuis in elkaar gevallen.
Provoost: “In tegendeel. Er is bij ons een aantal sponsors die heeft aangeven het contract te willen openbreken. In sommige gevallen gaat het zelfs om een verdubbeling van het bedrag. Het toont aan dat mensen ons willen steunen en dat de verbinding sterk is.”
De sponsorcommissie heeft in korte tijd maar liefst tien nieuwe sponsorcontracten voor een reclamebord afgesloten
Van de Laar: “We komen qua sponsorinkomsten iets lager uit dan begroot, maar het scheelt niet veel. Belangrijker voor ons is hoe we de inkomsten uit overige zaken, zoals festivals die tijdens de zomer op ons terrein plaatsvinden, gaan opvangen. Afgelopen zomer konden dergelijke activiteiten niet doorgaan en dat zorgt voor een gat aan de inkomstenkant.”
Kamma: “De sponsorcommissie is recent weer aan de slag gegaan en in een week tijd zijn er maar liefst tien nieuwe sponsorcontracten voor een reclamebord afgesloten. Deze lokale ondernemers zetten met z’n allen de schouders eronder om de vereniging een handje te helpen.”
Visser: “Zeker in het begin van de coronaperiode hebben we een aantal opzeggingen van sponsors gehad. Met name vanuit de horeca. Deze ondernemers hebben het zelf heel moeilijk, dus ik verwacht ze op korte termijn niet terug als sponsor.”
De kantine-omzet is cruciaal voor het voortbestaan van de vereniging.
Kamma: “De inkomsten uit de kantine zijn zeker zeer belangrijk voor ons. Wij hebben het geluk dat de kantine onderdeel is van een multifunctioneel centrum. We zitten in hetzelfde gebouw als het dorpshuis en de gymnastiekzaal. Die ruimte kunnen we in het weekend gebruiken en dat betekent dat we extra veel mensen kunnen toelaten.”
Van de Laar: “Het sluiten van de kantine is voor ons de grootste inkomstenderving geweest. Het afgelopen jaar hebben we vanwege corona de omzet met ongeveer een derde zien dalen. Dat is zorgwekkend, maar tijdens het eerste speelweekend was het gelukkig meteen weer behoorlijk druk in de kantine.”
We gaan ervan uit dat we komend seizoen 25-30% minder omzet draaien in de kantine
Visser: “Over de maand augustus lag onze omzet ongeveer een derde lager dan in 2019. Dat is minder dan we hadden verwacht. We gaan ervan uit dat we komend seizoen 25-30% minder omzet draaien in de kantine, waarbij we voor de eerste seizoenshelft zijn uitgegaan van ruim 50% minder omzet en een redelijk genormaliseerde situatie na de winterstop.”
De coronaperiode heeft ons waardevolle lessen geleerd.
Provoost: “Ik heb nog meer dan voorheen ervaren dat overleg met andere verenigingen heel waardevol is. Je kunt kennis delen en ervaringen uitwisselen. Zeker met alle maatregelen rondom corona is het handig om te weten wat bij andere clubs wel en niet werkt.”
In coronatijd hebben we allerlei andere clubs en organisaties te gast gehad op ons complex
Rijnbeek: “Het mooiste vind ik dat we in coronatijd allerlei andere clubs en organisaties te gast hebben gehad op ons complex. Van de gymnastiekclub tot een dansvereniging. Het was gaaf dat die verbindingen ontstonden. Met sommige mensen hebben we al afgesproken dat ze volgend jaar kunnen terugkomen.”
Visser: “Ik merk vooral veel solidariteit en creativiteit bij onze leden en vrijwilligers. Er worden allerlei oplossingen bedacht om bijvoorbeeld de terrassen te overkappen of looproutes te creëren. Zo zijn er picknicktafels neergezet op het terras. Om ervoor te zorgen dat mensen afstand bewaren, hebben we er pionnen opgeschroefd. Dat werkt fantastisch. Verder hebben we geleerd dat communicatie en informatie vergaren cruciaal is. Als je slagvaardig wilt zijn, moet je niet verzanden in allerlei overlegstructuren. Daarom hebben we twee mensen uit het bestuur aangesteld en hen carte blanche gegeven om bepaalde beslissingen te nemen. Op die manier kun je adequaat reageren op ontwikkelingen en hou je rust in de tent.”
Kamma: “Ook hebben wij geleerd dat communicatie essentieel is voor een club. Er bestond bij ons nog geen communicatieplan, maar corona heeft ons doen inzien dat ook een kleine vereniging als vv Blija met 120 leden gebaat is bij zo’n plan. Verder is het fijn om in contact te blijven met andere verenigingen. Of dat nou via fysieke of digitale bijeenkomsten is, via WhatsApp of via Eén-tweetje.”