Bron: www.dekelderklasse.nl
5 teamgenoten die altijd te laat komen
We hebben ze allemaal wel in het team: gasten die het altijd presteren om veel te laat op de club te verschijnen. Áls ze al op de club verschijnen. Hier vijf herkenbare types die je iedere wedstrijd weer de eerste paar minuten moet missen.
Het drankorgel
Rechtsback Danny en jij hebben alweer samen een feestje gehad. Was best gezellig. Er was koud bier, koude gehaktballen en een bak met droge koekjes in verschillende vakjes. Rechtsback Danny en jij hebben het bont gemaakt op dat feestje, door per persoon anderhalf krat eigen-merk-pils en een halve fles Limoncello weg te zetten. Apezat stap je op de fiets naar huis, maar halverwege de route slaat Danny ineens rechtsaf. ‘Ik ga nog even bij Café het Bruine Braaksel kijken. Tot morgen. Half 9 aanwezig was het toch?’ zegt hij, terwijl hij bijna van zijn fiets flikkert. Jij gaat naar huis, staat brak op, en fietst met een slordig gesmeerde boterham in je smoel richting de club. Danny is nergens te bekennen. In de rust komt een appje binnen: ‘Sleutelbeen en staartbotje gebroken, nogsteeds lam. Doe niet mee, kom wel kijken.’
De poeper
Francis heeft ofwel een hele slechte, ofwel een hele goede stoelgang. Dat weten jullie allemaal. Tijdens de training moet hij gemiddeld 3 keer schijten, of haakt ‘ie af omdat de druk op zijn darmen pijn in zijn benen veroorzaakt. Of Francis glutenallergie heeft weet niemand, want hij vertikt het om het bier en de broodjes bal een tijdje te laten staan. Bij drie thuiswedstrijden en bijna alle uitwedstrijden is het wel weer raak: hij stuurt vier minuten voor aanvang nog een foto van de onderbroek met remspoor die nonchalant over zijn witte sneakers hangt. De tekst erbij: ‘Net weer bijna in mijn broek gescheten. Kijken hoe het loopt. Ik kom op eigen gelegenheid.’
De vriend van Ellen
De vriend van Ellen heet eigenlijk Robbin, maar hij wordt al een tijdje niet meer zo genoemd. Waarom? Omdat hij de vriend van Ellen is. Lieve meid hoor, maar ze heeft Robbin aan een roestige ketting in de kelder. Ook heeft ze besloten dat voetballen niks voor Robbin is. Althans, niet voordat Robbin met haar een nepleren hoekbank heeft opgehaald bij de Leen Bakker. Robbin is bang voor Ellen en doet wat ze wil, dus die bank wordt tegen de negende minuut ook nog even in elkaar gezet. ‘Robbin en ik zijn schilderijtjes aan het ophangen,’ staat in de groepsapp. ‘Hij doet de tweede helft nog wel ff mee.’ Robbin typt zijn eigen appjes tegenwoordig niet meer.
De sleutelaar
Reservekeeper/waterzakdrager Henry heeft zijn godganse garage vol staan met Puchjes en Tomosjes en is getrouwd met zijn bahco. Henry’s hobby is sleutelen aan brommers. Dat doet hij eigenlijk iedere dag van de week, dus ook op zondag. Nog voor zonsopgang gaat zijn pakje shag open en zorgt hij dat hij als de wiedeweerga op een oud tuinstoelkussen onder een brommer ligt. Och, en wanneer er gesleuteld wordt, wordt er niet op de tijd gelet. Henry’s vrouw heet Carola en ze is het tegenovergestelde van Ellen. ‘MOET JIJ NIET VOETBALLEN HEN?’ schreeuwt ze vanuit de keuken, terwijl jullie net een vrije trap tegen krijgen. Je ruikt de petroleum als hij met pikzwarte klauwen het veld op hobbelt. ‘Sorry! Was aan het knoeien met de brommers.’
De vreetzak
Simon is dik. Maar dík dik. Simon is moddervet en daar heeft hij zo zijn redenen voor. Eén daarvan is dat hij iedere week minstens zes broodjes döner met knoflooksaus in zijn mik propt. Ook op zondag. Terwijl Francis bezig is zijn darmen van zich af te poepen en Henry zijn zoveelste bout aandraait, zit Simon alweer bij Smyrna, of een andere zaak die is vernoemd naar een volstrekt willekeurige plaats ergens in Noord-Afrika. Hij heeft een reuze-schijfsalon met cocktail-, sambal en knoflooksaus besteld; extra strooikaas. Simon heeft gisteravond immers ook gezopen. Ergens weet hij wel dat die vette brei nooit voor de aanvangstijd klaar is. Desondanks neemt hij er de tijd voor. Hij sluit de tweede helft wel aan. Een spits van zijn omvang kan toch maar 5 minuten presteren.