Bron: www.dekelderklasse.nl
Binnen de onderste regionen heeft ieder zijn eigen overtuigingen en gewoontes, maar over een aantal dingen zijn we het absoluut eens. Die dingen zijn nou eenmaal onlosmakelijke verbonden met de bedroevendste tak van het amateurvoetbal. Welke dingen dat zijn, lees je hier:
Er mankeert altijd wel ergens wat aan
Is het niet het weer, dan is het wel de scheidsrechter, het veld, de kleedkamer, de kantine, de kleur van de prullenbakken, of de uitlijning van de parkeervakken bij de plaatselijke supermarkt. Wij Kelderklassers willen altijd wat te zeiken hebben, dus gaan we er ook naar op zoek. ‘Wat fluiten de vogels hier vreemd, ofniet. Nogal een irritant geluid, als je je probeert te concentreren op de wedstrijd,’ zegt Hendrik tegen Manuel, die zich loopt op te winden over het feit dat de hoekvlag niet kaarsrecht in de grond staat.
Iemand gaat een lezing houden over hoe hij ofwel iemand heeft neergemaaid, neergemaaid heeft zien worden, of zelf is neergemaaid
Jullie stonden tegen een paar bullebakken te voetballen, zoals dat eens in de drie weken wel weer een keer voorkomt. Dat betekent dus dat je de kans loopt om finaal naar de vlakte te worden gezaagd. Je weet het van te voren, maar toch is het iedere keer weer reden voor een uitgebreid betoog: ‘Zag je dat jongens? Vlak voor de rust vloog ik vijf meter door de lucht en kwam ik bijna in de ballenvanger terecht. Die gast is echt niet goed bij zijn kop, joh!’ De meesten glimlachen en knikken bevestigend, maar hebben jouw schoffelpartij helemaal niet meegekregen. Stelde namelijk weinig voor.
De vlagger van de tegenstander is voor het eerst van zijn leven op een voetbalveld
Joas twijfelt of hij net buitenspel stond, maar omdat de adrenaline in zijn bloed de afgelopen 20 significant is gestegen, gaat hij toch tierend tekeer tegen de bebaarde man die hem het nadeel van die twijfel geeft. Zelf wist hij het allemaal niet zo zeker, maar die grensrechter weet er al helemaal niets van. ‘He joh, dat was toch nooit buitenspel, partijdige klootzak!’ roept hij, terwijl hij dreigend een paar meter zijn richting in loopt. Hij komt tot bedaren en gaat tijdens de rust de kleedkamer in. Daar wordt hem nog eens voorzichtig gevraagd of het inderdaad geen buitenspel was. Joas zit weer bovenop de kast: ‘NATUURLIJK NIET MAN!’ Jullie zijn het met hem eens: die vlagger is ook een partijdige klootzak.
Je speelt minstens 1 keer per seizoen met een bezweet en met modder aangekoekt tenue, omdat je teamgenoot vergeten is te wassen
Vorige week kwam het met bakken uit de lucht en moest je toevallig ook nog eens tegen een tegenstander die op een motorcrossbaan voetbalt. Eindstand: 3-0 verloren en lichtgroene tenues die nu pikzwart zijn van de drek. Frank moest wassen, maar Frank heeft een hersenpan als een vergiet. Nu staan jullie met zijn allen rond de wastas en zie je Frank achter zijn oor krabben. ‘Oh, sorry jongens. Normaal gesproken zijn ze al gewassen als ik m’n shirt eruit haal.’ Uit de tas stijgt een gemengd aroma van aarde en oud zweet op. Je shirt is zo hard dat je hem rechtop tegen de muur kunt zetten. Lekker dan.
Op weg naar de club bedenk je zeven excuses om onder die negentig minuten uit te komen, maar eenmaal aan het eerste biertje besef je dat het best lachen was
Laten we eerlijk zijn: het moment dat die wekker gaat en je brak als een zeehond uit je bed rolt om je weer in dat tenue te hijsen, is niet te evenaren verschrikkelijk. Het is de tweede maandagochtend van je week. Onderweg naar de club speel je met de gedachte om maar gewoon tegen een tegemoetkomende auto aan te fietsen om van deze ellende af te zijn. Je komt aan, kleed je om, loopt warm en speelt die wedstrijd. Dan trek je je eerste biertje open en realiseer je je dat dat biertje nooit zo lekker had gesmaakt als je geen zestig minuten had aangeklungeld op een onvlak grasveld.