Niets kan tippen aan het stiftje. als -ie lukt

Bron: www.dekelderklasse.nl

COLUMN

Niets kan tippen aan het stiftje. als -ie lukt

Niets kan tippen aan het stiftje. als -ie lukt

Een intikker is prima, een kopgoal wat beter. Een afstandsschot in de haak is lekker, van de pantoffel nog lekkerder. Een solo is mooi, een omhaal zonder gebroken rug nog mooier. Maar niets, niets kan tippen aan het stiftje. als -ie lukt.

Het stiftje is fraai, subtiel en klassiek. Verfijnd, gracieus en fenomenaal. Geen doelpunt, geen zaag, geen volkszanger in de derde helft of een broodje bal, is mooier, fijner of beter dan het stiftje. Het vertrek vanaf de voetbalschoen, de trage reis over de keeper en de aankomst in het netje vormen samen het Zwanenmeer aller doelpunten.

Maar jij bent geen ballerina. Geen Bergkamp of Panenka. Dus wat doe je? Je traint. Voor het stiftje aller stiftjes: jouw stiftje. Op ieder moment dat er iets ronds voor je voeten komt. Thuis, op kantoor, tijdens trainingen, tijdens het intrappen van de keeper en tijdens wedstrijden. mede-en tegenstanders zullen je voor gek verklaren, je vervloeken en schreeuwen, maar jij bent niet te stoppen. Want ooit zal jij het stiftje tot in de perfectie kunnen uitvoeren.

Die weg naar perfectie zal vol obstakels zijn. De omstandigheden moeten goed zijn: ligt de bal er wel lekker voor? Staat de keep genoeg naar voren? Ligt er wel gras onder de bal? Het zijn de elementen die een stift kunnen maken of kraken. Is je veter los, ligt je zool eraf of is de tape om je schietschoen ouder dan drie weken, stift dan niet; gepruts ligt op de loer. En commentaar. Van de materiaalman omdat er zes ballen missen na de training, van teamgenoten omdat je voor de vierde keer een-op-een met de keeper faalt met een mislukte stift en ze je na de pot weer moeten helpen met vissen omdat je die hengel niet in je eentje vast kunt houden, van de vrouw des huizes omdat je het tapijt volledig hebt kaal gestift en van je eigen keeper die zal schreeuwen van wanhoop en frustratie.

Och, die arme keeper. Die ooit klaar zal staan voor jouw schot op een training. Een beweging naar voren zal maken en op zijn voorvoetjes zal staan. De handschoenen zal openen om jouw schot eens heerlijk te pareren, maar kansloos zal zijn op jouw fenomenale stift. Hij zal met z’n poten genageld staan in het zand. De bal in slomo over zich heen zien gaan, ‘m nog proberen te pakken met een wanhoopsgreep als Rose naar de hand van Jack in Titanic. Maar het kreunende keepertje zal halverwege de bal alleen nog met z’n ogen kunnen volgen als het leer in het netje zal plonzen. Hij zal zuchten, maar opkrabbelen en applaudisseren. Spelers zullen joelen. Jou prijzen en optillen. Om jóuw stift. Een stift zoals geen andere.

Maar nu nog niet. Want nu verpruts je iedere mogelijkheid.

Dat geeft niet. Want al kun je er helemaal geen kloot van, raak je al heel je leven meer schenen dan ballen en heb je nog steeds dozen om je schoenen zitten: een stift maakt van jou de koning, De Koning van de Stift. In ieder geval voor even. Dus je gaat door. Iedere training. Iedere wedstrijd. Ooit zal die stift namelijk lukken en het publiek op de banken staan. Voor jou.

Valt –ie eindelijk binnen? Wees dan niet bang om heel die avond te juichen en te laten weten aan je teamgenoten wat een geniaal doelpunt dit was van jou. Ben niet bang om die avond helemaal niks meer uit te voeren, op het partijtje tegen het doeltje van de tegenpartij te blijven leunen en balletjes af te wachten. Haal na de training geen bier, maar laat ze brengen. En weet je wat? Bel naar huis, dat je opgehaald wil worden over twee uur. Jij hoeft even helemaal niks meer.

Iedereen zal jou irritant vinden. Een arrogante lul. Een showpik. Maar jij weet ook: het is jaloezie. Deze avond was namelijk geen doelpunt mooier dan jouw stiftje. Even ben jij de vedette in vergane glorie. De Panenka van de Kelderklasse. Dat hebben ze maar te accepteren. Stiekem weten zij ’t allemaal:

Dit was niet zomaar een stift, dit was een permanent marker.

Foto: Bart Weerdenburg