Vrijheid in de kleedkamer

Bron: www.dekelderklasse.nl

COLUMN DION VAN MEEL

Vrijheid in de kleedkamer

Vrijheid in de kleedkamer

4 mei, 2017. Mijn buurman bleek weer te snel te hebben gegeten. Zoals wel vaker dwarrelden de scheten uit zijn boxershort. Het bleek Mexicaans te zijn. Zelf analyseerde hij z’n scheet als een scheet in de categorie: met een vingerhoedje vocht. Geen succes voor een losse boxershort, zo deelde hij mede. Onze rechtsback vertelde vervolgens over z’n zaterdagavond met twee vrouwen in bed. Hij had niks gedaan. “Het was gewoon gezellig.”

Het was donderdagavond om twee voor 8 en het was gezellig in de kleedkamer. Een goedgevulde kleedkamer heeft geen tv, Playstation of muziek nodig om gezellig te zijn. Een goedgevulde kleedkamer is als dat bruincafé waar gelul muziek overstemt. We spraken over afgelopen zaterdag. Over bier en borsten. Over onze moeders en over naakt douchen. We lachten en schreeuwden. We kreunden en grinnikten van de stank.

Meestal gaan we op de grond zitten als er een trompet klinkt, om vervolgens op het juiste moment van de muziek op te springen en bier over elkaar te gooien.

Tot aan de trompet. Die vrijheidstrompet. Die trompet met dat stuk dat je maar één keer per jaar hoort. Onze spits had zijn telefoon op de massagetafel in het midden van de kleedkamer gelegd. NOS was live. Op het schermpje zag ik een volle Dam. Terwijl de trompet zijn Taptoe-signaal liet klinken, grinnikte een enkeling nog na. Logisch: de omschakeling was groot. Eigenlijk te groot. Meestal gaan we op de grond zitten als er een trompet klinkt, om vervolgens op het juiste moment van de muziek op te springen en bier over elkaar te gooien. Normaliter staat een trompet in de kleedkamer garant voor plezier. Nu niet, nu zwegen we. De laatste keer dat we zo lang stil waren geweest was afgelopen zaterdag, toen de trainer zijn donderspeech hield na de 1-5 en vervolgens het woord aan ons gaf. Het woord dat niet kwam. Nu hadden we niet verloren, eerder gewonnen. We deden twee minuten lang zwijgend ons best om na te denken over de betekenis en de luxe van onze vrijheid.

Ik vond die vrijheid. Daar, in de kleedkamer, in die twee minuten. Ik vond de vrijheid in de scheten van mijn buurman. In de twijfelaar van onze back, gevuld met twee vrouwen en hem. In het naakt douchen met m’n vrienden. In onze halve verhalen en het hele biertje na de training. Die twee minuten waren de moeite om me weer te herinneren wat vrijheid ook alweer betekent. Het had niet langer moeten duren. De enige trompet die deze avond nog klonk, was die van m’n buurman. Met een vingerhoedje vocht.