Bron: www.dekelderklasse.nl
Iedere week schrijft Dion van Meel een ode aan de Kelderklasse. Aan onze onvoorwaardelijke liefde voor knollenvelden, harde ballen en bier. Van Meel staat aan de zijlijn en geeft commentaar. ’t Zit ‘m in de details. Dit keer schrijft hij een Ode aan de strateeg.
Vraag jij je nooit eens af wat voor voetballer je eigenlijk had wíllen zijn? Nee? Ook niet als je weer zo’n lelijke zaag op kniehoogte hebt ingezet, achterin het zoveelste kopduel aangaat en een achterhoofd wegkopt in plaats van de bal, of als je weer eens een houdbaar schot door je handen laat glippen? Denk jij nou nooit eens: was ik maar een ander soort voetballer? Kon ik maar iets meer? Ik wel. Want man, was ik maar een tacticus. Een veldheer. Een kapitein. Oh, was ik maar een Strateeg.
Het zal nooit gebeuren, al zou ik ’t willen. De Strateeg wórd je niet; de Strateeg bén je. Trek handschoenen aan en je bent de keeper. Zaag iemand doormidden of maai over de bal en je bent de ouderwetse back. Schiet naast of over en je bent de Kelderiaanse spits. Maar als Strateeg word je geboren. Vanaf de eerste minuut weet een Stateeg de positie van de melk. De luiers. De wieg. Hij overziet alles en dán, als hij voor het eerst op het veld staat en die bal krijgt, voelt hij alles aan. Hij heeft dat overzicht, die rust, die korte pootjes en een fluwele baltechniek. Alles dus, wat ik niet heb.
Altijd als ik de Strateeg zie – iets wat maar zelden gebeurt gezien het geringe talent en het gebrek aan inzicht op onze velden – ben ik jaloers. Op zijn positie. Zijn middenveld. Daar, in die cirkel, is hij de baas, ook zonder bal. Ik ben jaloers op zijn vermogen om niet te lopen. Waar ik me te pleuris zou rennen als een kip zonder kop op een middenveld, lijkt hij geen meter vooruit te komen en tóch het spel te kunnen verplaatsen. De Strateeg denkt vooruit tijdens een wedstrijd die zo traag gaat dat -ie bijna in z’n achteruit lijkt te gaan. Om ondertussen nog een telefoongesprek met zijn moeder te voeren, omdat hij vijf minuten geleden al heeft gezien wat hij met die bal gaat doen als -ie ‘m krijgt.
Als bij een schaakpartij denkt hij na over iedere stap. Hij wijst, coacht en zet neer, meer dan hij werkelijk lijkt te voetballen. Om plots, wanneer niemand het doorheeft, een briljante zet te doen: een kapje. Een hakje. Een steekpass.Dion van Meel
Als bij een schaakpartij denkt hij na over iedere stap. Hij wijst, coacht en zet neer, meer dan hij werkelijk lijkt te voetballen. Om plots, wanneer niemand het doorheeft, een briljante zet te doen: een kapje. Een hakje. Een steekpass. Als een stofwolk op een verdord doelgebied in de zomer die ons zand in de ogen strooit van verwondering. Een zet die niemand zag aankomen. Want tja: de Kelderklasse. Maar hij doet het, de Strateeg. Hij voert het uit, die dans om zijn as, die hak door zijn benen, die splijtende pass door het midden, ons achterlatend vol verwondering.
De strateeg is zoveel, maar ook zoveel niet. Hij is geen loper. Geen voetballer die een solo inzet om niet te weten waar hij uit al komen. Geen kopper die blind duels ingaat. Geen zager die gaat over lijken. Geen domme schreeuwer of lompe boer. De strateeg wordt niet moe. Loopt zich niet kapot. Schopt niet blind iemand omver en wordt niet vies. De Strateeg kijkt slechts. Hij staat, doet stapjes naar links en rechts en denkt na. Sturend als een kapitein. Met het middenveld als zijn kajuit.
Maar hoe mooi het allemaal ook klinkt: in onze Kelder hebben we geen zak aan de Strateeg. Want naast dat hij vaak nét iets te goed en dik is, nét iets te veel narcisme bezit en nét iets te veel praat en wijst naar de zin van zijn teamgenoten, werkt de Strateeg normaliter met een strategie. Met een te volgen lijn gebaseerd op visie en missie, rekening houdend met de verre toekomst. Maar in onze klasse zijn geen strategieën, geen looplijnen, geen aanspeelpunten. Niet op het voetbalveld.
Onze missie bevindt zich niet op het gras, maar wordt uitgevochten daarbuiten. Kelderiaanse missies bestaan uit genoeg man en een vlagger regelen voor de wedstrijd, evenals genoeg auto’s voor de uitwedstrijd, de waardevollespullentas niet kwijtraken en bier drinken. Onze visie bestaat uit 2 delen: heel blijven en met zijn allen bij elkaar blijven als voetbalteam. En omdat rekening houden met de verre toekomst onmogelijk is, doordat een deel van onze visie week na week verder afbrokkelt, namelijk heel blijven, staat ook het andere deel, bij elkaar blijven, ieder seizoen weer op losse schroeven.
Maar goed. Als we dan een keer met genoeg man op het veld staan en hij de ruimte krijgt om op te treden, al tapdansend met zijn korte pootjes op het middenveld verdedigingen opensplijt en de OOOHHH’s en AAAAHHH’s over het sportpark laat galmen, geniet ik. Van ieder stap. Iedere kap. Iedere pass. Van de Messi, de Frenkie, de Xavi van de Kelderklasse. Van de artiest van het amateurvoetbal.
De Strateeg is mijn favoriete voetballer. Een kapitein, varend met zijn schip, in een Kelderiaanse zee vol zaadvoetballers.