Bron: www.dekelderklasse.nl
Iedere week schrijft Dion van Meel een ode aan de Kelderklasse. Aan onze onvoorwaardelijke liefde voor knollenvelden, harde ballen en bier. Van Meel staat aan de zijlijn en geeft commentaar. ’t Zit ‘m in de details. Deze week: een ode aan de pens.
Daar sta je dan. Met je pens.
Wellicht had jij gedacht dat die kilo’s er net zo makkelijk weer af zouden vliegen na een paar weken trainen en niemand ’t zou zien, en jij in de tussentijd wel een XL’etje kon dragen om die bal onder je shirt te verbergen. Maar ik denk dat je ook even was vergeten dat je de helft van de trainingen overslaat en dat die polyester voetbalshirts van tegenwoordig met Italiaanse fit je lijf erg mooi accentueren.
Je hoeft van mij nu echt niet te zeggen dat er op dat resort voor de rest niks anders te doen was dan vreten; je had kunnen gaan zwemmen.Dion van Meel
Dus. Wat nu? Je zou ervoor kunnen kiezen om iedere dag rondjes te gaan lopen en alleen de van de barbecue overgebleven worteltjes en komkommers mee naar je werk te nemen. Of om op het voetbalveld voor altijd rechtop te voetballen met een ingehouden buik, en tijdens de rust te blijven staan in de kleedkamer om te voorkomen dat die penskwab over je voetbalbroekje plopt. Maar jij weet ook: dat wordt ‘m niet. Je bent te lam. Te dik. Te vet. Te pens. Je zal moeten leren accepteren dat je vanaf nu door het leven zal gaan met een pens. Het is niet anders. Je zit eraan vast, en andersom.
Maar niet getreurd: Hier in de Kelderklasse zit je goed. Hier nemen we jouw pensje serieus.
Nú zie jij de pens misschien nog als iets lelijks, maar ’t zal niet lang duren voor ook jíj trots zal zijn op jouw pensje. Geef ’t tijd. Ooit zul jij jouw pensje strelen onder de douche. ‘M liefkozen en vol trots en in vol ornaat naar voren duwen; in de kleedkamer, op het veld en in de kantine. Ooit zul jij je shirt uittrekken op de kantinebar, al liggend op die bar teamgenoten uit je navel laten drinken en hard met je handen op je eigen pens klappen op ’t ritme van de kantinemuziek. Maar nu nog niet.
Nu zul je moeten wennen aan die bobbel op je buik, prikkend in dat strakke zweterige textiel. En zelf moeten ervaren dat jouw pensje jou kan helpen in duels. Je zal moeten beleven dat –ie angst aan kan jagen bij het mandekken en elleboogjes en stompen op kan vangen. Dan pas zal ook jij inzien dat een pens in de Kelderklasse bittere noodzaak is. Dat –ie nodig is om die honger naar de bal blijven houden. Om te overleven.
Ik weet wat je denkt: was ik maar blijven trainen. Had ik die achttien bier maar overgeslagen en die menu’s met onbeperkte spareribs niet besteld. Maar dat is nu voorbij. Het is te laat. Maar een goede pens is niet zomaar iets. Een goede pens is duur. Daar is voor gewerkt. Urenlang voor doorgetrokken in kantines, kroegen, op ligbedjes en buurtfeestjes.
Dus adem uit en laat ‘m los. Laat dat knoopje van je overhemd springen. Laat die verticale lijnen op je voetbalshirt bollen. Druk vol trots je navel door het textiel en probeer biertjes en broodjes frikandel op je pens te laten balanceren. Jij bent een man met een bierbuik. Accepteer het, doe er je voordeel mee en schreeuw over de voetbalvelden:
“Afvallen? Ik pens er niet over!”
Deze Kelderklasse-pens neemt niemand je meer af. Dat verzeker ik je.
Alle Odes zijn te vinden op dionvanmeel.nl