Bron: www.knvb.nl
Het allerleukste onderdeel van het voetballen is natuurlijk het spelen van een wedstrijd. Voor spelers is het duidelijk wat de spelbedoeling is: de wedstrijd proberen te winnen. Dat zit van nature al in de voetballers. Belangrijker is echter hoe de voetballers het spel spelen. Doen de spelers hun best, wordt er samengewerkt, zie je als coach de getrainde doelstellingen terug? Het wedstrijdresultaat is het eindproduct en dit is in het jeugdvoetbal altijd ondergeschikt aan de ontwikkeling. Er ligt een mooie uitdagende verantwoordelijkheid bij de trainer om elke speler met veel plezier (beter) te leren voetballen.
Je leert voetballers om samen aan te vallen, te verdedigen en om te schakelen. In de pupillenleeftijd komt het laatste meer in de buurt bij ‘snel weer meedoen na balverlies of balverovering’. Niet het voorkomen van nederlagen is de opdracht van een trainer, maar het team steeds weer laten proberen om doelpunten te maken en tegendoelpunten te voorkomen. Elke week opnieuw. Hierin speelt de coach vóór, tijdens en na afloop van de wedstrijd een belangrijke rol.
Gebruik de spaarzame en kostbare tijd die je samen doorbrengt liever zinvol door enkele concrete zaken met ze uit te wisselen
Voor de wedstrijd
Om maar meteen met een belangrijke tip te beginnen: vertel voorafgaand aan de wedstrijd in de kleedkamer liever te weinig dan teveel tegen spelers. Praat niet de hele tijd op ze in, spring niet van de hak op de tak, want het beetje aandacht dat ze voor je kunnen opbrengen ben je zo weer kwijt. Zeker jonge spelers moeten vlak voor de wedstrijd niet overspoeld worden met allerlei instructies. Gebruik de spaarzame en kostbare tijd die je samen doorbrengt liever zinvol door enkele concrete zaken met ze uit te wisselen.
Als het goed is heb je eerder in het seizoen al afspraken gemaakt over bijvoorbeeld voorkeursposities, rouleren, wisselbeleid en eventueel aanvoerderschap. Je neemt in de kleedkamer het doel van de wedstrijd, opstelling, posities en wissels met ze door. Straal tijdens de wedstrijdbespreking vooral uit: we hebben er zin in! Zorg daarnaast voor een positieve sfeer door bijvoorbeeld een compliment uit te delen en bepaal samen het doel van de wedstrijd.
Tijdens de wedstrijd
Eenmaal langs de lijn laat je de spelers en de scheidsrechter hun werk doen. Dat valt niet mee, je raakt al snel verstrikt in wat je allemaal ziet en wat je tegen je spelers zou willen zeggen. Toch is het van belang om je tijdens de wedstrijd niet te laten beïnvloeden door de stand of door gebrul van mensen langs de lijn. Observeer en onthoud de hoofdzaken die je opvallen in het aanvallen en verdedigen.
Terwijl je de wedstrijd observeert, is er de mogelijkheid je spelers te beïnvloeden. Baseer je aanwijzingen langs de lijn op wat je ziet en doe dit welgekozen. Richt je alleen op structurele zaken die beter kunnen, coach niet op incidenten of na een mislukte actie. Hoe goedbedoeld ook, het leidt een speler vooral af. Tip: een speler individueel spreken langs de lijn, die je dus even naar je toe haalt, werkt vaak vele malen beter dan coachen over een grote afstand.
Tijdens de rust heb je iets meer ruimte om in te gaan op bepaalde zaken die je zijn opgevallen en het elftal bij te sturen. Door met deze bril naar je spelers te kijken, voorkom je dat je voetbalhandelingen alleen maar op schoonheid of effectiviteit beoordeelt.
Time out bij de pupillen 08 t/m 012 jaar
Bij de pupillen tussen de 8 en 12 jaar oud worden er time-outs van twee minuten gehouden. Tijdens zo’n time-out kunnen de spelers kort op adem komen. Er is heel kort de tijd om te bespreken wat er goed ging en waar er aandacht nodig is in het vervolg van de wedstrijd. Houd het eenvoudig, kort en duidelijk. Het belangrijkste is dat de voetballers weer met veel zin de wedstrijd hervatten.
In de rust
Als de scheidsrechter afblaast voor de rust verzamelen de spelers zich bij jou. Met z’n allen lopen jullie naar de kleedkamer of nemen bij lekker weer plaats rond de dug-out of het eigen doelgebied.
De rust is een prima moment om alle spelers tegelijk te beïnvloeden. Dit doe je door enkele vragen te stellen en ze over dingen te laten nadenken. Aan te raden is om het eerste commentaar door een of twee spelers te laten geven en deze taak wekelijks te rouleren. Laat bijvoorbeeld de één iets zeggen over het aanvallen, de ander over het verdedigen. Tot slot neem je als trainer het woord. Begin altijd met een compliment en benoem goede zaken. Bijvoorbeeld over de inzet van een speler, de persoonlijke vooruitgang, of de uitvoering van een specifieke taak.
Daarna formuleer je een of twee verbeterpunten. Begin met een gemeend en specifiek compliment. Laat dat volgen door een opdracht, keuzemogelijkheid of tip. Hoe kan iets beter? Het meeste effect creëer je door het daadwerkelijk voor te doen. Voel je aan dat een speler nog onzeker is? Geef nog een extra aanmoediging.
Na de wedstrijd
Je geeft als trainer het goede voorbeeld. Zorg daarom dat je de begeleiding en de scheidsrechter na afloop bedankt voor hun inzet. Daarnaast spreek je met jouw spelers af dat zij de voetballers van de tegenpartij een hand geven. Sportiviteit en respect is belangrijk.
Het belangrijkste is dat elke speler met een positief gevoel terugdenkt aan de wedstrijd en dit gevoel meeneemt naar huis
Het is in alle gevallen goed om de wedstrijddag gezamenlijk af te sluiten. Het belangrijkste is dat elke speler met een positief gevoel terugdenkt aan de wedstrijd en dit gevoel meeneemt naar huis. Spreek daarnaast met ouders van spelers en bouw een band met ze op, zodat ook zij een bijdrage leveren aan het goede gevoel van hun zoon of dochter.
Benadruk aan de kantinetafel de positieve momenten en de teamprestatie. Schenk niet te veel aandacht aan dingen die fout gaan. Maak jij of iemand anders een wedstrijdverslag? Zorg dan dat niet alleen de doelpuntenmakers benoemd worden, maar ook de positieve punten van andere voetballers en varieer hier wekelijks mee.